Leven met een puberzoon
Ik ben Kylian. Ik ben de man des huizes. Tenminste, Laura, mijn lieftallige wederhelft, beweert dat. Ik heb haar toestemming om het te gebruiken, dat wel. Ze zou waarschijnlijk een moord plegen als ik het andersom zou zeggen. Niet dat ik dat zou proberen natuurlijk.
Ik ben gezegend met twee prachtige, fantastische, uitdagende nazaten: dochter Jessie en zoon Tjeu. Een tweeling, kan ik er wel bij zeggen. Een tweeling die het leven in huis, laten we zeggen, interessant maakt.
Jessie, nou, Jessie is een verhaal apart. Een verhaal vol tegenspraken, opstandigheid en - laten we eerlijk zijn - een flinke dosis drama. Een constante stroom van discussies met Laura, over alles en nog wat. Ik probeer er zoveel mogelijk buiten te blijven. Mijn interventies leiden vaak tot een verdubbeling van de chaos. Het is een soort wetmatigheid.
Dan is er Tjeu. Mijn zoon. Mijn mini-mij, alleen dan met een nog grotere obsessie voor alles wat rammelt, piept, bromt of ronkt. In tegenstelling tot Jessie, die haar energie in verbale gevechten steekt, is Tjeu een man van actie. Althans, in de garage. Daar is hij in zijn element. Een koninkrijk van gereedschap, olievlekken en half-afgemaakte projecten. Van scooters tot wasmachines, van fietsen totauto’s. Hij heeft zelfs al eens een poging gedaan om onze oude grasmaaier weer tot leven te wekken. Zonder succes.
Het leuke is, hij heeft het van mij. Ik was vroeger net zo. Dat gesleutel, die passie voor mechaniek, het zit in onze genen. Maar terwijl ik me tegenwoordig beperk tot het vervangen van een lampje of een kraan, gaat Tjeu veel verder. Hij lijkt een aangeboren vermogen te hebben om kapotte dingen te vinden, en ze vervolgens met een onwaarschijnlijke vastberadenheid te repareren. Zijn ultieme doel? Alles wat een verbrandingsmotor heeft. Een fascinatie die ik volledig deel.
Het enige probleem? Laura. Zij moet Tjeu geregeld uit zijn garageparadijs sleuren, zodat hij – zoals zij het zo mooi formuleert – “inwendige nering tot zich zal nemen”. Handen wassen? Onzin vindt hij dat. Ze worden na het eten toch weer vuil. En daar begint dan weer de discussie met zijn moeder over hygiëne en eten, een discussie die ik vooralsnog liever van een afstandje waarneem. Ik vind het fascinerend hoe hij zich staande weet te houden tegen zijn moeder. Ik leer er zelf veel van.
Het leven met een puberdochter is al een rollercoaster, een achtbaan van emoties en belevenissen. Maar een puberzoon? Dat is... een heel ander soort uitdaging. Een uitdaging die zich afspeelt in een wereld van motorolie, schroevendraaiers en de constante geur van benzine. En ik? Ik ben de man des huizes, en ik kijk er met een mengeling van trots en lichte angst naar uit.