Spijt van transitiespijt?
(Door: Sander Sassen)
Ik denk dat ik voor iedere ouder spreek als ik zeg dat je kinderen je eerste prioriteit zijn en dan met name hun gezondheid, zowel fysiek als mentaal. Het lijkt mij daarom verschrikkelijk om van je kind te horen te krijgen dat hij of zij, na een succesvolle gendertransitie, zegt transitiespijt te hebben. Dan zakt de vloer ongetwijfeld onder je vandaan, keert je maag een aantal keren om, heb je een gigantisch brok in je keel en ervaar je een duizelend gevoel van machteloosheid. Als ouder realiseer je je namelijk maar al te goed dat een transitie niet omkeerbaar is, een transgender is in de regel, na het verwijderen van de genitaliën, steriel en zal dus nooit kinderen kunnen verwekken of baren. Je dochter, die nu een zoon is, zal dus nooit meer de dochter worden die ze ooit was, ook niet na reconstructieve chirurgie.
Ongetwijfeld lig je dan nachtenlang wakker, badend in het zweet met de vraag waarom je in eerste instantie bent meegegaan in deze wens van je kind? Ongetwijfeld denk je daarbij terug aan dezelfde dilemma’s die je nachtenlang wakker hielden voor zijn of haar transitie: wat als dit gewoon een kinderlijke bevlieging is? Vrijwel ieder kind heeft wel zo’n fase tenslotte? Wat als mijn kind erbij wil horen en gehoor geeft aan maatschappelijke druk? Is het niet beter om te wachten tot na de puberteit? En uiteraard het grootste dilemma: wat als mijn kind later spijt krijgt? Vooral dat laatste dilemma vereist feitelijk een blik in de toekomst, een kristallen bol, waar helaas niemand de beschikking over heeft.
Als je eenmaal in het transitietraject stapt, koop je in de regel geen retourticket, sterker nog, op basis van het ‘Dutch Protocol’, een werkprotocol voor een behandelwijze van kinderen en adolescenten met een wens om van geslacht te veranderen, worden zaken vaak rooskleurig voorgesteld. De ontwikkeling van het kind wordt ‘op pauze’ gezet door het toedienen van puberteitsremmers, een cocktail van hormonen, en er wordt een traject gestart waarbij een psychologische beoordeling wordt gemaakt van de wenselijkheid van de transitie. Dit klinkt als een weloverwogen keuze, maar denkt u zelf eens terug aan uw kindertijd? Hoe was uw kijk op de wereld en op uw toekomst, en wees eerlijk, dacht u daar überhaupt over na? De hamvraag is of je als kind, zelfs onder begeleiding van een psycholoog, wel keuzes kan maken die onomkeerbaar zijn?
Feitelijk vaar je als kind blind op hetgeen je wordt aangedragen, door je ouders, die je door dik en dun steunen, door de behandelende artsen en specialisten, die hier uiteraard een aanmerkelijk belang hebben, maar blind ben je, simpelweg door gebrek aan levenservaring. Levenservaring die niet erfbaar is, levenservaring die je alleen krijgt door je leven te leven. Als u het mij dan op de man af vraagt of ik het starten van een transitie voordat het kind volwassen is verantwoord vindt, is mijn antwoord daarop ‘nee’. Als kind kan, en mag, je dit soort beslissingen niet nemen, ook niet onder begeleiding van een psycholoog en een heel leger aan medische specialisten.
Net zoals u lees ik namelijk al enige tijd met regelmaat de verhalen van jonge mensen die last hebben van transitiespijt, soms zelfs uit het leven stappen, omdat ze niet kunnen leven met de onomkeerbare keuze die ze hebben gemaakt. Ook mijn maag keert dan om, een verkeerde beslissing die je als kind of adolescent hebt gemaakt die je je hele leven mee zult moeten dragen. Letterlijk mee zult moeten dragen zelfs, want je lijf heeft zichtbare littekens van deze onomkeerbare keuze, littekens die je dag in dag uit herinneren aan die keuze, confronterender wordt het niet.
Ik snap daarom heel goed dat transitiespijt hard op weg was om woord van het jaar te worden, want er is veel te weinig aandacht voor transitiespijt. Feitelijk zou je als kind met een transitiewens dag in dag uit met transitiespijt geconfronteerd moeten worden. Maar niet alleen het kind zelf, ook de ouders, ook die moeten hier keer op keer mee geconfronteerd worden. Alleen daarom al is de nominatie van transitiespijt als woord van het jaar gewoon keihard nodig, want al zou hierdoor slechts één kind afzien van transitie om later geen last te krijgen van transitiespijt, dan is dat al winst tenslotte.
(Door: Sander Sassen)
Ik denk dat ik voor iedere ouder spreek als ik zeg dat je kinderen je eerste prioriteit zijn en dan met name hun gezondheid, zowel fysiek als mentaal. Het lijkt mij daarom verschrikkelijk om van je kind te horen te krijgen dat hij of zij, na een succesvolle gendertransitie, zegt transitiespijt te hebben. Dan zakt de vloer ongetwijfeld onder je vandaan, keert je maag een aantal keren om, heb je een gigantisch brok in je keel en ervaar je een duizelend gevoel van machteloosheid. Als ouder realiseer je je namelijk maar al te goed dat een transitie niet omkeerbaar is, een transgender is in de regel, na het verwijderen van de genitaliën, steriel en zal dus nooit kinderen kunnen verwekken of baren. Je dochter, die nu een zoon is, zal dus nooit meer de dochter worden die ze ooit was, ook niet na reconstructieve chirurgie.
Ongetwijfeld lig je dan nachtenlang wakker, badend in het zweet met de vraag waarom je in eerste instantie bent meegegaan in deze wens van je kind? Ongetwijfeld denk je daarbij terug aan dezelfde dilemma’s die je nachtenlang wakker hielden voor zijn of haar transitie: wat als dit gewoon een kinderlijke bevlieging is? Vrijwel ieder kind heeft wel zo’n fase tenslotte? Wat als mijn kind erbij wil horen en gehoor geeft aan maatschappelijke druk? Is het niet beter om te wachten tot na de puberteit? En uiteraard het grootste dilemma: wat als mijn kind later spijt krijgt? Vooral dat laatste dilemma vereist feitelijk een blik in de toekomst, een kristallen bol, waar helaas niemand de beschikking over heeft.
Als je eenmaal in het transitietraject stapt, koop je in de regel geen retourticket, sterker nog, op basis van het ‘Dutch Protocol’, een werkprotocol voor een behandelwijze van kinderen en adolescenten met een wens om van geslacht te veranderen, worden zaken vaak rooskleurig voorgesteld. De ontwikkeling van het kind wordt ‘op pauze’ gezet door het toedienen van puberteitsremmers, een cocktail van hormonen, en er wordt een traject gestart waarbij een psychologische beoordeling wordt gemaakt van de wenselijkheid van de transitie. Dit klinkt als een weloverwogen keuze, maar denkt u zelf eens terug aan uw kindertijd? Hoe was uw kijk op de wereld en op uw toekomst, en wees eerlijk, dacht u daar überhaupt over na? De hamvraag is of je als kind, zelfs onder begeleiding van een psycholoog, wel keuzes kan maken die onomkeerbaar zijn?
Feitelijk vaar je als kind blind op hetgeen je wordt aangedragen, door je ouders, die je door dik en dun steunen, door de behandelende artsen en specialisten, die hier uiteraard een aanmerkelijk belang hebben, maar blind ben je, simpelweg door gebrek aan levenservaring. Levenservaring die niet erfbaar is, levenservaring die je alleen krijgt door je leven te leven. Als u het mij dan op de man af vraagt of ik het starten van een transitie voordat het kind volwassen is verantwoord vindt, is mijn antwoord daarop ‘nee’. Als kind kan, en mag, je dit soort beslissingen niet nemen, ook niet onder begeleiding van een psycholoog en een heel leger aan medische specialisten.
Net zoals u lees ik namelijk al enige tijd met regelmaat de verhalen van jonge mensen die last hebben van transitiespijt, soms zelfs uit het leven stappen, omdat ze niet kunnen leven met de onomkeerbare keuze die ze hebben gemaakt. Ook mijn maag keert dan om, een verkeerde beslissing die je als kind of adolescent hebt gemaakt die je je hele leven mee zult moeten dragen. Letterlijk mee zult moeten dragen zelfs, want je lijf heeft zichtbare littekens van deze onomkeerbare keuze, littekens die je dag in dag uit herinneren aan die keuze, confronterender wordt het niet.
Ik snap daarom heel goed dat transitiespijt hard op weg was om woord van het jaar te worden, want er is veel te weinig aandacht voor transitiespijt. Feitelijk zou je als kind met een transitiewens dag in dag uit met transitiespijt geconfronteerd moeten worden. Maar niet alleen het kind zelf, ook de ouders, ook die moeten hier keer op keer mee geconfronteerd worden. Alleen daarom al is de nominatie van transitiespijt als woord van het jaar gewoon keihard nodig, want al zou hierdoor slechts één kind afzien van transitie om later geen last te krijgen van transitiespijt, dan is dat al winst tenslotte.
Spijt van transitiespijt?
(Door: Sander Sassen)
Ik denk dat ik voor iedere ouder spreek als ik zeg dat je kinderen je eerste prioriteit zijn en dan met name hun gezondheid, zowel fysiek als mentaal. Het lijkt mij daarom verschrikkelijk om van je kind te horen te krijgen dat hij of zij, na een succesvolle gendertransitie, zegt transitiespijt te hebben. Dan zakt de vloer ongetwijfeld onder je vandaan, keert je maag een aantal keren om, heb je een gigantisch brok in je keel en ervaar je een duizelend gevoel van machteloosheid. Als ouder realiseer je je namelijk maar al te goed dat een transitie niet omkeerbaar is, een transgender is in de regel, na het verwijderen van de genitaliën, steriel en zal dus nooit kinderen kunnen verwekken of baren. Je dochter, die nu een zoon is, zal dus nooit meer de dochter worden die ze ooit was, ook niet na reconstructieve chirurgie.
Ongetwijfeld lig je dan nachtenlang wakker, badend in het zweet met de vraag waarom je in eerste instantie bent meegegaan in deze wens van je kind? Ongetwijfeld denk je daarbij terug aan dezelfde dilemma’s die je nachtenlang wakker hielden voor zijn of haar transitie: wat als dit gewoon een kinderlijke bevlieging is? Vrijwel ieder kind heeft wel zo’n fase tenslotte? Wat als mijn kind erbij wil horen en gehoor geeft aan maatschappelijke druk? Is het niet beter om te wachten tot na de puberteit? En uiteraard het grootste dilemma: wat als mijn kind later spijt krijgt? Vooral dat laatste dilemma vereist feitelijk een blik in de toekomst, een kristallen bol, waar helaas niemand de beschikking over heeft.
Als je eenmaal in het transitietraject stapt, koop je in de regel geen retourticket, sterker nog, op basis van het ‘Dutch Protocol’, een werkprotocol voor een behandelwijze van kinderen en adolescenten met een wens om van geslacht te veranderen, worden zaken vaak rooskleurig voorgesteld. De ontwikkeling van het kind wordt ‘op pauze’ gezet door het toedienen van puberteitsremmers, een cocktail van hormonen, en er wordt een traject gestart waarbij een psychologische beoordeling wordt gemaakt van de wenselijkheid van de transitie. Dit klinkt als een weloverwogen keuze, maar denkt u zelf eens terug aan uw kindertijd? Hoe was uw kijk op de wereld en op uw toekomst, en wees eerlijk, dacht u daar überhaupt over na? De hamvraag is of je als kind, zelfs onder begeleiding van een psycholoog, wel keuzes kan maken die onomkeerbaar zijn?
Feitelijk vaar je als kind blind op hetgeen je wordt aangedragen, door je ouders, die je door dik en dun steunen, door de behandelende artsen en specialisten, die hier uiteraard een aanmerkelijk belang hebben, maar blind ben je, simpelweg door gebrek aan levenservaring. Levenservaring die niet erfbaar is, levenservaring die je alleen krijgt door je leven te leven. Als u het mij dan op de man af vraagt of ik het starten van een transitie voordat het kind volwassen is verantwoord vindt, is mijn antwoord daarop ‘nee’. Als kind kan, en mag, je dit soort beslissingen niet nemen, ook niet onder begeleiding van een psycholoog en een heel leger aan medische specialisten.
Net zoals u lees ik namelijk al enige tijd met regelmaat de verhalen van jonge mensen die last hebben van transitiespijt, soms zelfs uit het leven stappen, omdat ze niet kunnen leven met de onomkeerbare keuze die ze hebben gemaakt. Ook mijn maag keert dan om, een verkeerde beslissing die je als kind of adolescent hebt gemaakt die je je hele leven mee zult moeten dragen. Letterlijk mee zult moeten dragen zelfs, want je lijf heeft zichtbare littekens van deze onomkeerbare keuze, littekens die je dag in dag uit herinneren aan die keuze, confronterender wordt het niet.
Ik snap daarom heel goed dat transitiespijt hard op weg was om woord van het jaar te worden, want er is veel te weinig aandacht voor transitiespijt. Feitelijk zou je als kind met een transitiewens dag in dag uit met transitiespijt geconfronteerd moeten worden. Maar niet alleen het kind zelf, ook de ouders, ook die moeten hier keer op keer mee geconfronteerd worden. Alleen daarom al is de nominatie van transitiespijt als woord van het jaar gewoon keihard nodig, want al zou hierdoor slechts één kind afzien van transitie om later geen last te krijgen van transitiespijt, dan is dat al winst tenslotte.
·272 x bekeken