Alarmerend: Eén uur schermtijd per dag verhoogt al risico op bijziendheid bij kinderen.
Het effect neemt bovendien significant toe naarmate de schermtijd oploopt, met een opvallende stijging tussen één en vier uur per dag.
Bijziendheid is een oogafwijking die wereldwijd ongeveer een kwart van de bevolking treft. Bij deze aandoening vallen invallende lichtstralen voor het netvlies in plaats van er precies op, waardoor voorwerpen die ver weg zijn wazig worden waargenomen, terwijl dichtbij gelegen objecten wel scherp worden gezien. Dit komt meestal doordat het oog te lang is of het hoornvlies te bol staat. Zonder correctie met een bril of lenzen kan bijziendheid het dagelijks functioneren ernstig belemmeren.
Een internationaal onderzoeksteam analyseerde gegevens van maar liefst 335.524 deelnemers uit 45 verschillende studies. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 9,3 jaar. De wetenschappers richtten zich specifiek op het verband tussen schermtijd en de ontwikkeling van bijziendheid. Om dit te onderzoeken, gebruikten ze verschillende methoden om bijziendheid vast te stellen. In 33 van de 45 studies werd dit objectief gemeten door oogartsen, die bepaalden of iemand bijziend was op basis van de zogenaamde ‘sferische equivalent’ (een maat voor de sterkte van de benodigde correctie). In de overige studies werd gebruik gemaakt van vragenlijsten waarin deelnemers zelf rapporteerden of ze bijziend waren.
De schermtijd werd in de meeste studies gemeten via dagboeken of vragenlijsten waarin ouders of kinderen zelf bijhielden hoeveel tijd ze aan verschillende schermactiviteiten besteedden. Sommige studies maakten onderscheid tussen verschillende soorten schermgebruik. Zo bleek dat activiteiten waarbij intensief dichtbij wordt gekeken, zoals gamen op een smartphone, mogelijk een groter risico vormen dan bijvoorbeeld televisie kijken op afstand. Opvallend genoeg bleek het gecombineerde gebruik van meerdere apparaten een sterker verband te hebben met bijziendheid dan het gebruik van één enkel apparaat.
Voor elk extra uur dat kinderen dagelijks naar een scherm kijken, stijgt de kans op bijziendheid met 21 procent. Bij kinderen die vier uur per dag achter een scherm zitten, is het risico zelfs bijna twee keer zo hoog vergeleken met kinderen die weinig schermtijd hebben. Deze bevindingen gelden voor alle leeftijdsgroepen die werden onderzocht, van jonge kinderen tot jongvolwassenen. Ook was het effect zichtbaar in zowel Aziatische als niet-Aziatische landen, al waren er wel kleine verschillen in de sterkte van het verband. In Aziatische landen, waar bijziendheid al vaker voorkomt, was het effect iets sterker, wat suggereert dat schermtijd een bestaande trend kan verergeren.
De onderzoekers benadrukken dat er een mogelijk “veilige grens” lijkt te zijn van maximaal één uur schermtijd per dag. Boven deze grens neemt het risico op bijziendheid duidelijk toe, met de sterkste stijging tussen één en vier uur dagelijkse schermtijd. Deze studie is extra relevant omdat bijziendheid wereldwijd toeneemt. Schattingen suggereren dat in 2050 ongeveer de helft van de wereldbevolking bijziend zal zijn. Dit brengt niet alleen ongemak met zich mee, maar verhoogt ook het risico op ernstige oogaandoeningen later in het leven.
Hoewel deze bevindingen alarmerend zijn, is het belangrijk om te benadrukken dat dit onderzoek observationeel van aard is. Dit betekent dat we wel kunnen zien dat er een verband is tussen schermtijd en bijziendheid, maar niet automatisch kunnen concluderen dat het een het ander veroorzaakt. Er kunnen andere factoren meespelen die zowel het schermgebruik als de ontwikkeling van bijziendheid beïnvloeden, zoals genetische aanleg of de hoeveelheid tijd die kinderen buiten doorbrengen. Dit maakt de bevindingen niet minder relevant, maar toont wel aan dat we voorzichtig moeten zijn met al te stellige conclusies over oorzaak en gevolg.
De wetenschappers wijzen er wel op dat niet alleen schermtijd een rol speelt bij het ontstaan van bijziendheid. Ook andere factoren, zoals weinig buitenactiviteiten en langdurig dichtbij kijken bij bijvoorbeeld lezen, kunnen bijdragen aan het probleem. Hun advies is dan ook om de totale tijd die kinderen besteden aan activiteiten dicht bij de ogen te beperken en juist meer tijd buiten door te brengen.
Het effect neemt bovendien significant toe naarmate de schermtijd oploopt, met een opvallende stijging tussen één en vier uur per dag.
Bijziendheid is een oogafwijking die wereldwijd ongeveer een kwart van de bevolking treft. Bij deze aandoening vallen invallende lichtstralen voor het netvlies in plaats van er precies op, waardoor voorwerpen die ver weg zijn wazig worden waargenomen, terwijl dichtbij gelegen objecten wel scherp worden gezien. Dit komt meestal doordat het oog te lang is of het hoornvlies te bol staat. Zonder correctie met een bril of lenzen kan bijziendheid het dagelijks functioneren ernstig belemmeren.
Een internationaal onderzoeksteam analyseerde gegevens van maar liefst 335.524 deelnemers uit 45 verschillende studies. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 9,3 jaar. De wetenschappers richtten zich specifiek op het verband tussen schermtijd en de ontwikkeling van bijziendheid. Om dit te onderzoeken, gebruikten ze verschillende methoden om bijziendheid vast te stellen. In 33 van de 45 studies werd dit objectief gemeten door oogartsen, die bepaalden of iemand bijziend was op basis van de zogenaamde ‘sferische equivalent’ (een maat voor de sterkte van de benodigde correctie). In de overige studies werd gebruik gemaakt van vragenlijsten waarin deelnemers zelf rapporteerden of ze bijziend waren.
De schermtijd werd in de meeste studies gemeten via dagboeken of vragenlijsten waarin ouders of kinderen zelf bijhielden hoeveel tijd ze aan verschillende schermactiviteiten besteedden. Sommige studies maakten onderscheid tussen verschillende soorten schermgebruik. Zo bleek dat activiteiten waarbij intensief dichtbij wordt gekeken, zoals gamen op een smartphone, mogelijk een groter risico vormen dan bijvoorbeeld televisie kijken op afstand. Opvallend genoeg bleek het gecombineerde gebruik van meerdere apparaten een sterker verband te hebben met bijziendheid dan het gebruik van één enkel apparaat.
Voor elk extra uur dat kinderen dagelijks naar een scherm kijken, stijgt de kans op bijziendheid met 21 procent. Bij kinderen die vier uur per dag achter een scherm zitten, is het risico zelfs bijna twee keer zo hoog vergeleken met kinderen die weinig schermtijd hebben. Deze bevindingen gelden voor alle leeftijdsgroepen die werden onderzocht, van jonge kinderen tot jongvolwassenen. Ook was het effect zichtbaar in zowel Aziatische als niet-Aziatische landen, al waren er wel kleine verschillen in de sterkte van het verband. In Aziatische landen, waar bijziendheid al vaker voorkomt, was het effect iets sterker, wat suggereert dat schermtijd een bestaande trend kan verergeren.
De onderzoekers benadrukken dat er een mogelijk “veilige grens” lijkt te zijn van maximaal één uur schermtijd per dag. Boven deze grens neemt het risico op bijziendheid duidelijk toe, met de sterkste stijging tussen één en vier uur dagelijkse schermtijd. Deze studie is extra relevant omdat bijziendheid wereldwijd toeneemt. Schattingen suggereren dat in 2050 ongeveer de helft van de wereldbevolking bijziend zal zijn. Dit brengt niet alleen ongemak met zich mee, maar verhoogt ook het risico op ernstige oogaandoeningen later in het leven.
Hoewel deze bevindingen alarmerend zijn, is het belangrijk om te benadrukken dat dit onderzoek observationeel van aard is. Dit betekent dat we wel kunnen zien dat er een verband is tussen schermtijd en bijziendheid, maar niet automatisch kunnen concluderen dat het een het ander veroorzaakt. Er kunnen andere factoren meespelen die zowel het schermgebruik als de ontwikkeling van bijziendheid beïnvloeden, zoals genetische aanleg of de hoeveelheid tijd die kinderen buiten doorbrengen. Dit maakt de bevindingen niet minder relevant, maar toont wel aan dat we voorzichtig moeten zijn met al te stellige conclusies over oorzaak en gevolg.
De wetenschappers wijzen er wel op dat niet alleen schermtijd een rol speelt bij het ontstaan van bijziendheid. Ook andere factoren, zoals weinig buitenactiviteiten en langdurig dichtbij kijken bij bijvoorbeeld lezen, kunnen bijdragen aan het probleem. Hun advies is dan ook om de totale tijd die kinderen besteden aan activiteiten dicht bij de ogen te beperken en juist meer tijd buiten door te brengen.
Alarmerend: Eén uur schermtijd per dag verhoogt al risico op bijziendheid bij kinderen.
Het effect neemt bovendien significant toe naarmate de schermtijd oploopt, met een opvallende stijging tussen één en vier uur per dag.
Bijziendheid is een oogafwijking die wereldwijd ongeveer een kwart van de bevolking treft. Bij deze aandoening vallen invallende lichtstralen voor het netvlies in plaats van er precies op, waardoor voorwerpen die ver weg zijn wazig worden waargenomen, terwijl dichtbij gelegen objecten wel scherp worden gezien. Dit komt meestal doordat het oog te lang is of het hoornvlies te bol staat. Zonder correctie met een bril of lenzen kan bijziendheid het dagelijks functioneren ernstig belemmeren.
Een internationaal onderzoeksteam analyseerde gegevens van maar liefst 335.524 deelnemers uit 45 verschillende studies. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 9,3 jaar. De wetenschappers richtten zich specifiek op het verband tussen schermtijd en de ontwikkeling van bijziendheid. Om dit te onderzoeken, gebruikten ze verschillende methoden om bijziendheid vast te stellen. In 33 van de 45 studies werd dit objectief gemeten door oogartsen, die bepaalden of iemand bijziend was op basis van de zogenaamde ‘sferische equivalent’ (een maat voor de sterkte van de benodigde correctie). In de overige studies werd gebruik gemaakt van vragenlijsten waarin deelnemers zelf rapporteerden of ze bijziend waren.
De schermtijd werd in de meeste studies gemeten via dagboeken of vragenlijsten waarin ouders of kinderen zelf bijhielden hoeveel tijd ze aan verschillende schermactiviteiten besteedden. Sommige studies maakten onderscheid tussen verschillende soorten schermgebruik. Zo bleek dat activiteiten waarbij intensief dichtbij wordt gekeken, zoals gamen op een smartphone, mogelijk een groter risico vormen dan bijvoorbeeld televisie kijken op afstand. Opvallend genoeg bleek het gecombineerde gebruik van meerdere apparaten een sterker verband te hebben met bijziendheid dan het gebruik van één enkel apparaat.
Voor elk extra uur dat kinderen dagelijks naar een scherm kijken, stijgt de kans op bijziendheid met 21 procent. Bij kinderen die vier uur per dag achter een scherm zitten, is het risico zelfs bijna twee keer zo hoog vergeleken met kinderen die weinig schermtijd hebben. Deze bevindingen gelden voor alle leeftijdsgroepen die werden onderzocht, van jonge kinderen tot jongvolwassenen. Ook was het effect zichtbaar in zowel Aziatische als niet-Aziatische landen, al waren er wel kleine verschillen in de sterkte van het verband. In Aziatische landen, waar bijziendheid al vaker voorkomt, was het effect iets sterker, wat suggereert dat schermtijd een bestaande trend kan verergeren.
De onderzoekers benadrukken dat er een mogelijk “veilige grens” lijkt te zijn van maximaal één uur schermtijd per dag. Boven deze grens neemt het risico op bijziendheid duidelijk toe, met de sterkste stijging tussen één en vier uur dagelijkse schermtijd. Deze studie is extra relevant omdat bijziendheid wereldwijd toeneemt. Schattingen suggereren dat in 2050 ongeveer de helft van de wereldbevolking bijziend zal zijn. Dit brengt niet alleen ongemak met zich mee, maar verhoogt ook het risico op ernstige oogaandoeningen later in het leven.
Hoewel deze bevindingen alarmerend zijn, is het belangrijk om te benadrukken dat dit onderzoek observationeel van aard is. Dit betekent dat we wel kunnen zien dat er een verband is tussen schermtijd en bijziendheid, maar niet automatisch kunnen concluderen dat het een het ander veroorzaakt. Er kunnen andere factoren meespelen die zowel het schermgebruik als de ontwikkeling van bijziendheid beïnvloeden, zoals genetische aanleg of de hoeveelheid tijd die kinderen buiten doorbrengen. Dit maakt de bevindingen niet minder relevant, maar toont wel aan dat we voorzichtig moeten zijn met al te stellige conclusies over oorzaak en gevolg.
De wetenschappers wijzen er wel op dat niet alleen schermtijd een rol speelt bij het ontstaan van bijziendheid. Ook andere factoren, zoals weinig buitenactiviteiten en langdurig dichtbij kijken bij bijvoorbeeld lezen, kunnen bijdragen aan het probleem. Hun advies is dan ook om de totale tijd die kinderen besteden aan activiteiten dicht bij de ogen te beperken en juist meer tijd buiten door te brengen.
·90 Views