Afrikanen hadden ook slaven.
“Afrikanen hadden ook slaven.” Het is een zin die achteloos wordt herhaald, een frase die de geschiedenis doet klinken als een gelijkwaardig gedeeld schuldverleden. Maar achter deze woorden schuilt een misleidend spel, een berekende manipulatie van taal en identiteit.
Wie bedoelt men met “Afrikanen”? Spreekt men over de eerste mens, de bewuste bewoner van Tamare (het gebied Sudan, Eritrea, Ethiopië en omstreken), spreekt men over de hoeder van de wetten van Maät? Of spreekt men over volkeren die reeds vervormd, beïnvloed en bezet waren door eeuwen van externe krachten?
Het is deze verwarring die de essentie van de waarheid verdoezelt. De oorspronkelijke mens kende geen slavernij. De eerste gemeenschappen van Tamare leefden niet volgens de principes van dominantie en exploitatie, maar volgens een kosmische balans, een diepe verwevenheid met de natuurlijke wetten van de aarde, het water en de zon. Slavernij, in de vorm zoals de geschiedenis die later zou kennen, werd pas geïntroduceerd door externe machten, door invasies en door het geïnstitutionaliseerde imperialisme dat zich vanuit buitenaf opdrong.
De wortel van de misleiding ligt in de naam zelf. Afrika is geen inheemse benaming, geen organische aanduiding van het land of zijn eerste bewoners. Het is een term die werd geïntroduceerd door Romeinen en later door Arabische overheersers, een externe projectie die de oorspronkelijke identiteit overschreef.
De bewoners van Tamare noemden hun land niet Afrika. Ze noemden het Tamare, de aarde, het water, de zon – een naam die de essentie van hun spirituele fundament weerspiegelde. De introductie van de term ‘Afrika’ was niet louter een geografische herdefiniëring, het was een eerste stap in een linguïstische en culturele annexatie.
Wie vandaag zegt dat “Afrikanen ook slaven hadden”, erkent niet dat de identiteit en geschiedenis van deze ‘Afrikanen’ al diepgaand waren beïnvloed door externe machten. De volkeren die werden betrokken bij de latere slavernij waren niet langer de eerste mensen, maar gemeenschappen die reeds waren blootgesteld aan de invloeden van buitenlandse handelsroutes, gewapende conflicten en de systematische herstructurering van hun maatschappijen door externe machten.
Tamare kende geen slavernij zoals die later door imperiale krachten werd gestructureerd. De wetten van Maät, waarop de samenleving was gebouwd, stonden slavernij niet toe. De principes van waarheid, balans, en rechtvaardigheid maakten het onmogelijk dat één mens zich als eigenaar boven een ander kon stellen.
De werkelijke architecten van de trans-Atlantische slavernij wisten dat de geschiedenis hen zou aanklagen.
Arbeid en sociale structuren waren gegrondvest in samenwerking, wederkerigheid en collectief welzijn. De piramides, vaak aangehaald als bewijs van slavernij, werden niet gebouwd door slaven, maar door toegewijde ingenieurs en gemeenschappen die werkten aan een hoger doel, geworteld in hun spirituele overtuigingen.
Slavernij werd van buitenaf opgelegd. De eerste grote breuk in de spirituele eenheid van Tamare kwam met de Hyksos, een buitenlandse macht die infiltratie gebruikte om het bestaande evenwicht te verstoren. Daarna volgden de Perzen, de Grieken, de Romeinen, en later de Arabische overheersers, ieder met hun eigen versie van economische exploitatie, ieder met hun eigen herschrijving van geschiedenis.
De werkelijke architecten van de trans-Atlantische slavernij wisten dat de geschiedenis hen zou aanklagen. Dus creëerden ze een verhaal waarin schuld werd verdeeld, waarin de dader en het slachtoffer met elkaar werden verweven, en waarin de fundamentele oorsprong van slavernij werd vervaagd.
Ja, er waren later Afrikaanse koninkrijken die zich lieten inlijven in het slavenhandelsysteem. Maar dit gebeurde pas nadat hun eigen structuren al waren geïnfiltreerd, nadat hun economieën waren heringericht door buitenlandse machten, nadat ze al afhankelijk waren gemaakt van de wapens, goederen en economische voordelen die hen waren opgedrongen.
De ware schuldigen zijn zij die het systeem creëerden, die slavernij op industriële schaal transformeerden in een wereldwijde economie. Niet de gemeenschappen die, eeuwen later, gebroken en verscheurd, mee werden gezogen in de draaikolk van koloniale uitbuiting.
Afrikanen hadden ook slaven
Afrikanen hadden ook slaven.
“Afrikanen hadden ook slaven.” Het is een zin die achteloos wordt herhaald, een frase die de geschiedenis doet klinken als een gelijkwaardig gedeeld schuldverleden. Maar achter deze woorden schuilt een misleidend spel, een berekende manipulatie van taal en identiteit.
Wie bedoelt men met “Afrikanen”? Spreekt men over de eerste mens, de bewuste bewoner van Tamare (het gebied Sudan, Eritrea, Ethiopië en omstreken), spreekt men over de hoeder van de wetten van Maät? Of spreekt men over volkeren die reeds vervormd, beïnvloed en bezet waren door eeuwen van externe krachten?
Het is deze verwarring die de essentie van de waarheid verdoezelt. De oorspronkelijke mens kende geen slavernij. De eerste gemeenschappen van Tamare leefden niet volgens de principes van dominantie en exploitatie, maar volgens een kosmische balans, een diepe verwevenheid met de natuurlijke wetten van de aarde, het water en de zon. Slavernij, in de vorm zoals de geschiedenis die later zou kennen, werd pas geïntroduceerd door externe machten, door invasies en door het geïnstitutionaliseerde imperialisme dat zich vanuit buitenaf opdrong.
De wortel van de misleiding ligt in de naam zelf. Afrika is geen inheemse benaming, geen organische aanduiding van het land of zijn eerste bewoners. Het is een term die werd geïntroduceerd door Romeinen en later door Arabische overheersers, een externe projectie die de oorspronkelijke identiteit overschreef.
De bewoners van Tamare noemden hun land niet Afrika. Ze noemden het Tamare, de aarde, het water, de zon – een naam die de essentie van hun spirituele fundament weerspiegelde. De introductie van de term ‘Afrika’ was niet louter een geografische herdefiniëring, het was een eerste stap in een linguïstische en culturele annexatie.
Wie vandaag zegt dat “Afrikanen ook slaven hadden”, erkent niet dat de identiteit en geschiedenis van deze ‘Afrikanen’ al diepgaand waren beïnvloed door externe machten. De volkeren die werden betrokken bij de latere slavernij waren niet langer de eerste mensen, maar gemeenschappen die reeds waren blootgesteld aan de invloeden van buitenlandse handelsroutes, gewapende conflicten en de systematische herstructurering van hun maatschappijen door externe machten.
Tamare kende geen slavernij zoals die later door imperiale krachten werd gestructureerd. De wetten van Maät, waarop de samenleving was gebouwd, stonden slavernij niet toe. De principes van waarheid, balans, en rechtvaardigheid maakten het onmogelijk dat één mens zich als eigenaar boven een ander kon stellen.
De werkelijke architecten van de trans-Atlantische slavernij wisten dat de geschiedenis hen zou aanklagen.
Arbeid en sociale structuren waren gegrondvest in samenwerking, wederkerigheid en collectief welzijn. De piramides, vaak aangehaald als bewijs van slavernij, werden niet gebouwd door slaven, maar door toegewijde ingenieurs en gemeenschappen die werkten aan een hoger doel, geworteld in hun spirituele overtuigingen.
Slavernij werd van buitenaf opgelegd. De eerste grote breuk in de spirituele eenheid van Tamare kwam met de Hyksos, een buitenlandse macht die infiltratie gebruikte om het bestaande evenwicht te verstoren. Daarna volgden de Perzen, de Grieken, de Romeinen, en later de Arabische overheersers, ieder met hun eigen versie van economische exploitatie, ieder met hun eigen herschrijving van geschiedenis.
De werkelijke architecten van de trans-Atlantische slavernij wisten dat de geschiedenis hen zou aanklagen. Dus creëerden ze een verhaal waarin schuld werd verdeeld, waarin de dader en het slachtoffer met elkaar werden verweven, en waarin de fundamentele oorsprong van slavernij werd vervaagd.
Ja, er waren later Afrikaanse koninkrijken die zich lieten inlijven in het slavenhandelsysteem. Maar dit gebeurde pas nadat hun eigen structuren al waren geïnfiltreerd, nadat hun economieën waren heringericht door buitenlandse machten, nadat ze al afhankelijk waren gemaakt van de wapens, goederen en economische voordelen die hen waren opgedrongen.
De ware schuldigen zijn zij die het systeem creëerden, die slavernij op industriële schaal transformeerden in een wereldwijde economie. Niet de gemeenschappen die, eeuwen later, gebroken en verscheurd, mee werden gezogen in de draaikolk van koloniale uitbuiting.
Afrikanen hadden ook slaven