Neem Friendweb Green

  • https://denoordoostpolder.nl/urk/Geke-van-der-Sloot-brengt-boodschap-tegen-antisemitisme-naar-Den-Haag-29338168.html
    https://denoordoostpolder.nl/urk/Geke-van-der-Sloot-brengt-boodschap-tegen-antisemitisme-naar-Den-Haag-29338168.html
    DENOORDOOSTPOLDER.NL
    Geke van der Sloot brengt boodschap tegen antisemitisme naar Den Haag
    Geke van der Sloot verzorgt komende dinsdag, samen met kinderen van haar Urker zangschool, een bijzonder optreden in de Tweede Kamer. De groep zingt een lied over Anne Frank en biedt een petitie aan, waarin wordt opgeroepen om de toenemende antisemitische incidenten in Nederland serieus aan te pakken.
    Geweldig
    1
    ·167 x bekeken
  • Nieuw gokbeleid in 2025!

    De overheid bereidt zich voor om in maart 2025 een nieuw gokbeleid in te voeren, gericht op het aanpakken van de concurrentie in de land-based en online sectoren. Teun Struycken, de minister voor rechtsbescherming, bevestigde dat de overheid werkt aan een bijgewerkt kader om te voldoen aan de veranderende behoeften van de industrie. Deze aankondiging volgt op de groeiende bezorgdheid van wetgevers, waaronder Michiel van Nispen, over het huidige gokbeleid en de impact ervan op de lokale markt.

    De bestaande gokwetgeving, gebaseerd op de Remote Gambling Act van 2011, heeft de online gokmarkt laten floreren. De toename van de concurrentie binnen de online sector heeft echter geleid tot wat sommigen zien als “ongewenste financiële prikkels” die de integriteit van de markt zouden kunnen ondermijnen.

    Online casino’s bieden al tal van voordelen, zoals onbeperkt en anoniem gamen, meer spellen, welkomstbonussen en andere voordelen die Nederlandse casino’s zonder cruks bieden, en casino-expert Joren Verdoes noemde in zijn artikel. Om land-based casino’s concurrerend te maken, bevestigde Struycken dat hij tegen maart 2025 een visie voor de toekomst van de gokmarkt zal presenteren, inclusief plannen om de concurrentie en de regelgeving voor online en fysieke gokactiviteiten te verbeteren.

    Van Nispen uitte zorgen over de land-based markt, die nog steeds wordt gedomineerd door een staatsmonopolie via Holland Casino. Hoewel de online sector een concurrerend landschap heeft gekend, is er weinig concurrentie in de fysieke goksector, wat vragen oproept over de vraag of meer gelicentieerde exploitanten de land-based markt zouden moeten mogen betreden.

    Struycken erkende deze zorgen en benadrukte dat het bijgewerkte beleid van de overheid maatregelen zal omvatten om concurrentie te stimuleren, met name in de land-based sector. En land-based casino’s moeten concurreren met felle aanbiedingen uit de online wereld.

    De kwestie van de betrokkenheid van de staat bij Holland Casino is ook onderwerp van discussie geweest. Momenteel is de staat eigenaar van Holland Casino, maar een recente evaluatie concludeerde dat dit eigendom mogelijk niet langer nodig is. Struycken wees erop dat het aanhouden van een belang in het casino de staat inkomstenverlies zou kunnen kosten en zijn vermogen om gokgerelateerde schade effectief aan te pakken zou kunnen belemmeren.

    Hoewel hij de mogelijkheid niet volledig uitsloot dat de staat afstand zou nemen van zijn rol, erkende Struycken dat elke verandering zorgvuldige overweging zou vereisen, aangezien de privatisering van Holland Casino in het verleden een keer mislukte. Hij gaf ook aan dat de evaluatie het idee om alternatieve opties voor de toekomst te verkennen, zoals privatisering of uitbreiding van de markt, niet volledig verwierp.

    Een voorgestelde verhoging van de kansspelbelastingen heeft de situatie verder gecompliceerd. Struycken onthulde dat de overheid in gesprek is met Holland Casino over de mogelijke impact van de belastingverhoging. Rapporten geven aan dat deze verhoging aanzienlijke gevolgen kan hebben voor online operators en kan leiden tot de sluiting van enkele fysieke vestigingen van Holland Casino of zelfs tot het terugschroeven van het online aanbod.

    Deze ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd en Struycken verklaarde dat de overheid de Tweede Kamer vóór de zomer van 2025 zal informeren over de toekomstige richting van Holland Casino.Een belangrijk onderdeel van het nieuwe beleid zal zijn om duidelijker onderscheid te maken tussen online en landbased gokken, met name als het gaat om de risico’s van verslaving en andere gokgerelateerde schade.
    Nieuw gokbeleid in 2025! De overheid bereidt zich voor om in maart 2025 een nieuw gokbeleid in te voeren, gericht op het aanpakken van de concurrentie in de land-based en online sectoren. Teun Struycken, de minister voor rechtsbescherming, bevestigde dat de overheid werkt aan een bijgewerkt kader om te voldoen aan de veranderende behoeften van de industrie. Deze aankondiging volgt op de groeiende bezorgdheid van wetgevers, waaronder Michiel van Nispen, over het huidige gokbeleid en de impact ervan op de lokale markt. De bestaande gokwetgeving, gebaseerd op de Remote Gambling Act van 2011, heeft de online gokmarkt laten floreren. De toename van de concurrentie binnen de online sector heeft echter geleid tot wat sommigen zien als “ongewenste financiële prikkels” die de integriteit van de markt zouden kunnen ondermijnen. Online casino’s bieden al tal van voordelen, zoals onbeperkt en anoniem gamen, meer spellen, welkomstbonussen en andere voordelen die Nederlandse casino’s zonder cruks bieden, en casino-expert Joren Verdoes noemde in zijn artikel. Om land-based casino’s concurrerend te maken, bevestigde Struycken dat hij tegen maart 2025 een visie voor de toekomst van de gokmarkt zal presenteren, inclusief plannen om de concurrentie en de regelgeving voor online en fysieke gokactiviteiten te verbeteren. Van Nispen uitte zorgen over de land-based markt, die nog steeds wordt gedomineerd door een staatsmonopolie via Holland Casino. Hoewel de online sector een concurrerend landschap heeft gekend, is er weinig concurrentie in de fysieke goksector, wat vragen oproept over de vraag of meer gelicentieerde exploitanten de land-based markt zouden moeten mogen betreden. Struycken erkende deze zorgen en benadrukte dat het bijgewerkte beleid van de overheid maatregelen zal omvatten om concurrentie te stimuleren, met name in de land-based sector. En land-based casino’s moeten concurreren met felle aanbiedingen uit de online wereld. De kwestie van de betrokkenheid van de staat bij Holland Casino is ook onderwerp van discussie geweest. Momenteel is de staat eigenaar van Holland Casino, maar een recente evaluatie concludeerde dat dit eigendom mogelijk niet langer nodig is. Struycken wees erop dat het aanhouden van een belang in het casino de staat inkomstenverlies zou kunnen kosten en zijn vermogen om gokgerelateerde schade effectief aan te pakken zou kunnen belemmeren. Hoewel hij de mogelijkheid niet volledig uitsloot dat de staat afstand zou nemen van zijn rol, erkende Struycken dat elke verandering zorgvuldige overweging zou vereisen, aangezien de privatisering van Holland Casino in het verleden een keer mislukte. Hij gaf ook aan dat de evaluatie het idee om alternatieve opties voor de toekomst te verkennen, zoals privatisering of uitbreiding van de markt, niet volledig verwierp. Een voorgestelde verhoging van de kansspelbelastingen heeft de situatie verder gecompliceerd. Struycken onthulde dat de overheid in gesprek is met Holland Casino over de mogelijke impact van de belastingverhoging. Rapporten geven aan dat deze verhoging aanzienlijke gevolgen kan hebben voor online operators en kan leiden tot de sluiting van enkele fysieke vestigingen van Holland Casino of zelfs tot het terugschroeven van het online aanbod. Deze ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd en Struycken verklaarde dat de overheid de Tweede Kamer vóór de zomer van 2025 zal informeren over de toekomstige richting van Holland Casino.Een belangrijk onderdeel van het nieuwe beleid zal zijn om duidelijker onderscheid te maken tussen online en landbased gokken, met name als het gaat om de risico’s van verslaving en andere gokgerelateerde schade.
    ·379 x bekeken
  • Pats! Wilders fluit PVV-minister Beljaarts terug: meneer moet gepland bezoek aan WEF in Davos annuleren.

    Het nieuws dat een PVV-minister toch maar besloot om NIET naar de WEF-bijeenkomst in Davos te gaan, is een triomf voor het gezond verstand en patriottisme. Geert Wilders heeft gisteren publiekelijk duidelijk gemaakt dat geen enkele PVV-bewindspersoon zich in het hol van de globalistische leeuw hoeft te begeven. En dat is maar goed ook. Want Beljaatrs was van plan wél te gaan. Wut?

    Dirk Beljaarts, de PVV-minister van Economische Zaken, stond op de gastenlijst voor Davos. Ongelooflijk dat hij überhaupt dacht dat dit een goed idee was. Het lijkt erop dat hij een heldere reprimande van Wilders heeft gekregen, want hij heeft nu snel afgezegd. Zijn excuus? Een volle agenda. Ja, vast. Gelukkig heeft Wilders zonder zijn naam te noemen duidelijk gemaakt dat dit soort escapades niet door de beugel kunnen. Een patriottisch politicus hoort niet thuis in Davos, waar de wereldelite elkaar de hand boven het hoofd houdt, ver van de burger en kiezer.

    Laten we eerlijk zijn: Davos is geen samenzweringstheorie, het is een samenzweringsfeit. Duizenden politici, ondernemers, wetenschappers en journalisten komen samen in de Zwitserse Alpen om de wereld naar hun hand te zetten, zonder inspraak van het gewone volk. Wat Beljaarts dacht daar te bereiken, blijft een raadsel. Maar dat het een epische vergissing was, staat vast. Nederland heeft geen WEF nodig, en zeker geen PVV-ministers die daar naartoe gaan.

    Het is niets anders dan een globalistische club superrijken en supermachtigen die afspraken maken, waarna de wetenschappers en de journalisten hun rol moeten spelen. De eersten door dingen te ontwikkelen om die doelen te bereiken; de laatsten door propaganda te verspreiden.
    Wanstaltige Tegenstanders

    Het is wanstalig en totaal onacceptabel dat ministers van de VVD en NSC, en zelfs premier Schoof zelf, wel naar Davos gaan. Dit toont aan dat er binnen de coalitie een breuklijn is over wat belangrijk is voor Nederland. BBB en PVV moeten hier publiekelijk stelling tegen nemen en kritiek leveren in het parlement. Dit is niet de manier waarop Nederlandse politici zich moeten gedragen. Ze zouden zich richten op de problemen hier, niet op de geheimzinnige deals in een skioord.

    Wilders en Van der Plas willen niet dat hun eigen bewindsleden naar Davos gaan. Prima. Maar die andere bewindsleden horen er ook niet thuis. Hier moeten moties over worden ingediend. Er moet een poging gedaan worden om die VVD'ers, NSC'ers en PvdA'ers (Schoof) ook thuis te houden.

    Conclusie

    Geert Wilders heeft het juiste gedaan door deze stap te zetten. Het is een duidelijke boodschap tegen de globalistische onzin en voor de Nederlandse soevereiniteit. Dit is hoe je patriottische politiek bedrijft: door te luisteren naar de burgers en niet naar de elite in Davos. Laten we hopen dat dit een les is voor alle politici die denken dat ze ergens anders belangrijker zijn dan in ons eigen land.
    Pats! Wilders fluit PVV-minister Beljaarts terug: meneer moet gepland bezoek aan WEF in Davos annuleren. Het nieuws dat een PVV-minister toch maar besloot om NIET naar de WEF-bijeenkomst in Davos te gaan, is een triomf voor het gezond verstand en patriottisme. Geert Wilders heeft gisteren publiekelijk duidelijk gemaakt dat geen enkele PVV-bewindspersoon zich in het hol van de globalistische leeuw hoeft te begeven. En dat is maar goed ook. Want Beljaatrs was van plan wél te gaan. Wut? Dirk Beljaarts, de PVV-minister van Economische Zaken, stond op de gastenlijst voor Davos. Ongelooflijk dat hij überhaupt dacht dat dit een goed idee was. Het lijkt erop dat hij een heldere reprimande van Wilders heeft gekregen, want hij heeft nu snel afgezegd. Zijn excuus? Een volle agenda. Ja, vast. Gelukkig heeft Wilders zonder zijn naam te noemen duidelijk gemaakt dat dit soort escapades niet door de beugel kunnen. Een patriottisch politicus hoort niet thuis in Davos, waar de wereldelite elkaar de hand boven het hoofd houdt, ver van de burger en kiezer. Laten we eerlijk zijn: Davos is geen samenzweringstheorie, het is een samenzweringsfeit. Duizenden politici, ondernemers, wetenschappers en journalisten komen samen in de Zwitserse Alpen om de wereld naar hun hand te zetten, zonder inspraak van het gewone volk. Wat Beljaarts dacht daar te bereiken, blijft een raadsel. Maar dat het een epische vergissing was, staat vast. Nederland heeft geen WEF nodig, en zeker geen PVV-ministers die daar naartoe gaan. Het is niets anders dan een globalistische club superrijken en supermachtigen die afspraken maken, waarna de wetenschappers en de journalisten hun rol moeten spelen. De eersten door dingen te ontwikkelen om die doelen te bereiken; de laatsten door propaganda te verspreiden. Wanstaltige Tegenstanders Het is wanstalig en totaal onacceptabel dat ministers van de VVD en NSC, en zelfs premier Schoof zelf, wel naar Davos gaan. Dit toont aan dat er binnen de coalitie een breuklijn is over wat belangrijk is voor Nederland. BBB en PVV moeten hier publiekelijk stelling tegen nemen en kritiek leveren in het parlement. Dit is niet de manier waarop Nederlandse politici zich moeten gedragen. Ze zouden zich richten op de problemen hier, niet op de geheimzinnige deals in een skioord. Wilders en Van der Plas willen niet dat hun eigen bewindsleden naar Davos gaan. Prima. Maar die andere bewindsleden horen er ook niet thuis. Hier moeten moties over worden ingediend. Er moet een poging gedaan worden om die VVD'ers, NSC'ers en PvdA'ers (Schoof) ook thuis te houden. Conclusie Geert Wilders heeft het juiste gedaan door deze stap te zetten. Het is een duidelijke boodschap tegen de globalistische onzin en voor de Nederlandse soevereiniteit. Dit is hoe je patriottische politiek bedrijft: door te luisteren naar de burgers en niet naar de elite in Davos. Laten we hopen dat dit een les is voor alle politici die denken dat ze ergens anders belangrijker zijn dan in ons eigen land.
    Leuk
    Geweldig
    2
    2 Reacties ·661 x bekeken
  • Het Krankzinnigen Instituut der Nederlanden.

    Iemand kan tbs opgelegd krijgen voor een strafbaar feit waar minstens vier jaar cel voor staat. Ook moet er sprake zijn van een stoornis, zoals een persoonlijkheidsstoornis of verstandelijke beperking. Daarnaast moet de veiligheid van anderen in gevaar zijn vanwege de kans op herhaling. Het doel van de tbs-maatregel is iemand weer veilig terug laten keren in de samenleving. Naast tbs kan iemand ook gevangenisstraf krijgen. De groep patiënten met een langere celstraf in combinatie met tbs is de laatste jaren groter geworden.

    In Rotterdam was er in december een seriemoordenaar actief: Sendric S., een Curaçaoënaar die opgroeide in Rotterdam. Hij stond volgens de politie niet bekend als ‘verward persoon’. Wel heeft hij een bescheiden strafblad, waar met name vermogensdelicten op staan. Hij zal ongetwijfeld een gevangenisstraf met tbs opgelegd krijgen. Maar hoeveel zin heeft dat laatste eigenlijk?

    Op 16 juni 2005 besloot de Tweede Kamer een parlementair onderzoek in te stellen naar het tbs-stelsel. Aanleiding was de betrokkenheid van een tbs’er die zich aan zijn verlof had onttrokken bij een moord. Doel van het onderzoek was te achterhalen waarom het tbs-stelsel in de huidige vorm onvoldoende in staat zou zijn de maatschappij te beschermen tegen mensen die na behandeling opnieuw ernstige misdrijven plegen.

    In januari 2006 bracht de inmiddels benoemde Tijdelijke commissie tbs-stelsel, die voorgezeten werd door de VVD’er Arno Visser, werkbezoeken aan Engeland en Duitsland. Daarna volgden besloten gesprekken in februari, ook op locatie. Van 13 tot en met 24 maart 2006 sprak de commissie met deskundigen, mensen uit het veld en (oud-)bewindslieden. Deze laatste openbare gesprekken werden live uitgezonden.

    Op 16 mei 2006 verscheen het eindrapport: “Het tbs-stelsel hoefde niet herzien te worden, maar moest wel op een aantal punten worden aangepast”, zo concludeerde de commissie.

    Het kabinet heeft naar aanleiding van het rapport op verzoek van de Kamer een plan van aanpak opgesteld, dat op 10 oktober 2006 naar de Kamer gestuurd is. Ook zou het kabinet de Kamer halfjaarlijks informeren over de voortgang.

    In de eerste voortgangsrapportage die daarop verscheen, kondigde staatssecretaris Albayrak aan dat vanaf 1 januari 2008 een onafhankelijke commissie de verlofaanvragen voor tbs’ers zal toetsen.

    Na talrijke ‘incidenten’ werd Nederland pas echt opgeschrikt door de dood van Anne Faber. De jonge vrouw was sinds 29 september 2017 vermist. Twee weken later werd haar lichaam nabij Soest gevonden. Ze bleek meerdere keren te zijn verkracht en met opzet om het leven te zijn gebracht.

    In juli 2018 werd de 28-jarige Michael Panhuis voor het ontvoeren, verkrachten en doden van Faber in eerste aanleg veroordeeld tot 28 jaar celstraf, tbs met dwangverpleging en het betalen van een schadevergoeding van ruim een ton. In hoger beroep werd hij in juli 2019 opnieuw tot dezelfde celstraf en tbs veroordeeld; de schadevergoeding viel iets hoger uit. De Hoge Raad verlaagde in juni 2020 de opgelegde celstraf met vier maanden.

    De zaak kreeg extra aandacht, omdat de dader tijdens het misdrijf geplaatst was in een psychiatrische instelling waar hij veel vrijheden genoot. Procedures voor zijn overplaatsing waren onzorgvuldig verlopen, evenals hoe hem de vrijheden waren verleend. Het leidde tot strengere landelijke regelgeving. Het Anne Faber Stipendium is naar het slachtoffer vernoemd.

    Begin januari dit jaar werd een 76-jarige inwoonster uit Den Dolder vermoord door een verdachte uit de psychiatrische instelling aldaar. Dat is bevestigd door de instelling zelf via een bericht op haar website. In de kliniek worden mensen behandeld met een psychiatrische stoornis die voor de samenleving of voor zichzelf een gevaar vormen.

    “De politie heeft een signalement verspreid en tips gevraagd”, aldus het bericht. “Naar aanleiding hiervan hebben wij een melding gedaan waarop de politie donderdagavond laat in een van onze klinieken een patiënt heeft aangehouden ten behoeve van het onderzoek, waarvan wij het resultaat afwachten.”

    In de kliniek leven ze erg mee: “Wij zijn erg geschrokken van een mogelijke betrokkenheid van een van onze patiënten. Onze gedachten en ons medeleven gaan uit naar de nabestaanden van het slachtoffer die wij alle sterkte toewensen. Ook denken wij aan al onze buren voor wie het gebeurde een grote schok moet zijn.”

    En daar zal het bij blijven; niemand zal zijn verantwoordelijkheid nemen en ontslag indienen wegens “grove nalatigheid met de dood tot gevolg hebbend”.

    “Het ministerie van Justitie en Veiligheid grijpt vooralsnog niet in bij de forensische instelling in Den Dolder, van waaruit een patiënt waarschijnlijk donderdag een 76-jarige vrouw doodstak. De eerder bekritiseerde organisatie stond na incidenten een jaar onder curatele van het departement, maar dat is volgens een woordvoerder niet meer het geval.”



    Het Krankzinnigen Instituut der Nederlanden. Iemand kan tbs opgelegd krijgen voor een strafbaar feit waar minstens vier jaar cel voor staat. Ook moet er sprake zijn van een stoornis, zoals een persoonlijkheidsstoornis of verstandelijke beperking. Daarnaast moet de veiligheid van anderen in gevaar zijn vanwege de kans op herhaling. Het doel van de tbs-maatregel is iemand weer veilig terug laten keren in de samenleving. Naast tbs kan iemand ook gevangenisstraf krijgen. De groep patiënten met een langere celstraf in combinatie met tbs is de laatste jaren groter geworden. In Rotterdam was er in december een seriemoordenaar actief: Sendric S., een Curaçaoënaar die opgroeide in Rotterdam. Hij stond volgens de politie niet bekend als ‘verward persoon’. Wel heeft hij een bescheiden strafblad, waar met name vermogensdelicten op staan. Hij zal ongetwijfeld een gevangenisstraf met tbs opgelegd krijgen. Maar hoeveel zin heeft dat laatste eigenlijk? Op 16 juni 2005 besloot de Tweede Kamer een parlementair onderzoek in te stellen naar het tbs-stelsel. Aanleiding was de betrokkenheid van een tbs’er die zich aan zijn verlof had onttrokken bij een moord. Doel van het onderzoek was te achterhalen waarom het tbs-stelsel in de huidige vorm onvoldoende in staat zou zijn de maatschappij te beschermen tegen mensen die na behandeling opnieuw ernstige misdrijven plegen. In januari 2006 bracht de inmiddels benoemde Tijdelijke commissie tbs-stelsel, die voorgezeten werd door de VVD’er Arno Visser, werkbezoeken aan Engeland en Duitsland. Daarna volgden besloten gesprekken in februari, ook op locatie. Van 13 tot en met 24 maart 2006 sprak de commissie met deskundigen, mensen uit het veld en (oud-)bewindslieden. Deze laatste openbare gesprekken werden live uitgezonden. Op 16 mei 2006 verscheen het eindrapport: “Het tbs-stelsel hoefde niet herzien te worden, maar moest wel op een aantal punten worden aangepast”, zo concludeerde de commissie. Het kabinet heeft naar aanleiding van het rapport op verzoek van de Kamer een plan van aanpak opgesteld, dat op 10 oktober 2006 naar de Kamer gestuurd is. Ook zou het kabinet de Kamer halfjaarlijks informeren over de voortgang. In de eerste voortgangsrapportage die daarop verscheen, kondigde staatssecretaris Albayrak aan dat vanaf 1 januari 2008 een onafhankelijke commissie de verlofaanvragen voor tbs’ers zal toetsen. Na talrijke ‘incidenten’ werd Nederland pas echt opgeschrikt door de dood van Anne Faber. De jonge vrouw was sinds 29 september 2017 vermist. Twee weken later werd haar lichaam nabij Soest gevonden. Ze bleek meerdere keren te zijn verkracht en met opzet om het leven te zijn gebracht. In juli 2018 werd de 28-jarige Michael Panhuis voor het ontvoeren, verkrachten en doden van Faber in eerste aanleg veroordeeld tot 28 jaar celstraf, tbs met dwangverpleging en het betalen van een schadevergoeding van ruim een ton. In hoger beroep werd hij in juli 2019 opnieuw tot dezelfde celstraf en tbs veroordeeld; de schadevergoeding viel iets hoger uit. De Hoge Raad verlaagde in juni 2020 de opgelegde celstraf met vier maanden. De zaak kreeg extra aandacht, omdat de dader tijdens het misdrijf geplaatst was in een psychiatrische instelling waar hij veel vrijheden genoot. Procedures voor zijn overplaatsing waren onzorgvuldig verlopen, evenals hoe hem de vrijheden waren verleend. Het leidde tot strengere landelijke regelgeving. Het Anne Faber Stipendium is naar het slachtoffer vernoemd. Begin januari dit jaar werd een 76-jarige inwoonster uit Den Dolder vermoord door een verdachte uit de psychiatrische instelling aldaar. Dat is bevestigd door de instelling zelf via een bericht op haar website. In de kliniek worden mensen behandeld met een psychiatrische stoornis die voor de samenleving of voor zichzelf een gevaar vormen. “De politie heeft een signalement verspreid en tips gevraagd”, aldus het bericht. “Naar aanleiding hiervan hebben wij een melding gedaan waarop de politie donderdagavond laat in een van onze klinieken een patiënt heeft aangehouden ten behoeve van het onderzoek, waarvan wij het resultaat afwachten.” In de kliniek leven ze erg mee: “Wij zijn erg geschrokken van een mogelijke betrokkenheid van een van onze patiënten. Onze gedachten en ons medeleven gaan uit naar de nabestaanden van het slachtoffer die wij alle sterkte toewensen. Ook denken wij aan al onze buren voor wie het gebeurde een grote schok moet zijn.” En daar zal het bij blijven; niemand zal zijn verantwoordelijkheid nemen en ontslag indienen wegens “grove nalatigheid met de dood tot gevolg hebbend”. “Het ministerie van Justitie en Veiligheid grijpt vooralsnog niet in bij de forensische instelling in Den Dolder, van waaruit een patiënt waarschijnlijk donderdag een 76-jarige vrouw doodstak. De eerder bekritiseerde organisatie stond na incidenten een jaar onder curatele van het departement, maar dat is volgens een woordvoerder niet meer het geval.”
    ·675 x bekeken
  • Europa: De val van het Heilige Hernieuwbare Rijk.

    Bij ongunstige weersomstandigheden neemt de zonne- en windstroomproductie drastisch af. Dat gebeurt in werkelijkheid elk jaar meerdere keren. Deze toestand heeft echter ondertussen verstrekkende economische en ecologische gevolgen en openbaart de tekortkomingen van een energiepolitiek, die op hernieuwbare energieën met tussenpozen is gebaseerd.

    In de afgelopen vijftien jaar heeft Duitsland enorm in zonne- en windenergie geïnvesteerd en tegelijk zijn eigen kerncentrales gesaboteerd. In het jaar 2023 maakten hernieuwbare energieën 55% van de stroomproductie in het land uit. In het jaar 2022 waren het maar 48%.

    De grootste bijdrage aan de hernieuwbare energie levert de windkracht met 31% van de totale productie, gevolgd door zonne-energie met 12%, biomassa met 8% en andere hernieuwbare bronnen zoals waterkracht met de resterende 3 tot 4%. In het jaar 2024 maakten hernieuwbare energieën in het eerste halfjaar bijna 60% van de Duitse stroomproductie uit. Dit productieniveau is echter over een bepaalde periode verdeeld en weerspiegelt geen crisismomenten zoals de “donkerflauwte”.

    Donkerflauwte onderscheidt zich door gelijktijdig gebrek aan wind en zon in de winter, wanneer de stroombehoefte in Duitsland het grootst is. Deze episodes duren enkele dagen tot meerdere weken, waarbij de productie van wind- en zonnestroom vaak daalt naar minder dan 20% van hun capaciteit, vaak zelfs naar nul. Op 12 december vorig jaar bedroeg de Duitse stroomproductie uit wind- en zonnekracht bijvoorbeeld maar 1/30 deel van de behoefte.

    Een politiek voor hernieuwbare energieën zou te doen zijn, wanneer ze op een duurzame, van het weer onafhankelijke energiebron zoals atoomenergie gebaseerd zou zijn. In het jaar 2011 besloot Duitsland echter om in het kader van de catastrofe in Fukushima om abrupt te stoppen met kernenergie en schakelde stapsgewijs volledig functionerende kerncentrales uit.

    Het stoppen met kernenergie heeft ertoe geleid dat Duitsland in het bijzonder tijdens een donkerflauwte niet in staat is zichzelf van energie te voorzien. Het land importeert in grote omvang stroom uit Frankrijk, Denemarken en Polen en moet voor de opwekking van stroom teruggrijpen op steenkool en bruinkool. De enorme stroomimporten van Duitsland leiden ook bij zijn buurlanden tot enorme stijgingen van de stroomprijs.

    De prijzen zijn inderdaad adembenemend. In het jaar 2024 was de stroomprijs voor huishoudens in Duitland met € 400,-/MWh de hoogste in Europa en bereikte tijdens periodes van donkerflauwte waarden van € 900,-.MWh, vergeleken met een veel lager Europees gemiddelde. In vergelijking daarmee bedroeg de gemiddelde prijs in het van kerncentrales voorziene Frankrijk en Finland in dezelfde periode (2024) € 250,-/MWh. En in de Verenigde Staten zijn de bedragen 30% lager dan in Frankrijk. Hoe is dat allemaal “duurzaam” voor Europa?

    Maar het is “voor de planeet”, nietwaar? Nog niet eens bij benadering. Ondanks zijn betrokkenheid voor zogenaamde groene energieën heeft Duitsland altijd nog een grote CO2-voetafdruk, omdat het in toenemende mate inzet op steenkool en bruinkool om energietekorten te compenseren. In het jaar 2024 blijft het land de op een na grootste CO2-uitstoter per in Europa geproduceerde energie-eenheid, waarbij een aanzienlijk aandeel van de stroom afkomstig is uit fossiele bronnen, tien keer zoveel CO2 per opgewekte energie-eenheid dan Frankrijk.

    De hoge stroomprijzen in Duitsland leiden tot de verplaatsing van de Duitse industrie, omdat de ondernemingen op zoek zijn naar vestigingsplaatsen met voordeliger energiekosten. Hoe kan men overleven wanneer men voor stroom driemaal zoveel betaalt als de concurrentie? (bij de aardgasprijzen is het nog erger: in Europa zijn die vijfmaal zo hoog als in de VS)

    Uiteindelijk heeft Duitslands toenemende afhankelijkheid bij de energievoorziening van zijn buurlanden tot spanningen in Europa geleid. De hoge stroomprijzen in Duitsland worden aan de buurlanden doorgegeven, wat stroom daar onbetaalbaar maakt en voor toenemende frustratie zorgt. In Europa vinden er discussies plaats om uit bepaalde energieakkoorden te stappen, in het bijzonder uit zulke die stroomimporten betreffen.

    Kort gezegd is de donkerflauwte het symptoom van een diepe energiecrisis, die door een ideologische, autoritaire, irrationele en mislukte energietransitie werd veroorzaakt. De afhankelijkheid van onbetrouwbare energiebronnen (wind, zon) in verbinding met het haastige stoppen met kernenergie heeft van de Duitse stroom de duurste in Europa gemaakt en bedreigt de energieautonomie van het land – en uiteindelijk van het hele continent.

    Gezien het demografische en economische gewicht van Duitsland blijkt deze laatste Duitse foute stap een verdere Europese catastrofe te zijn.
    Europa: De val van het Heilige Hernieuwbare Rijk. Bij ongunstige weersomstandigheden neemt de zonne- en windstroomproductie drastisch af. Dat gebeurt in werkelijkheid elk jaar meerdere keren. Deze toestand heeft echter ondertussen verstrekkende economische en ecologische gevolgen en openbaart de tekortkomingen van een energiepolitiek, die op hernieuwbare energieën met tussenpozen is gebaseerd. In de afgelopen vijftien jaar heeft Duitsland enorm in zonne- en windenergie geïnvesteerd en tegelijk zijn eigen kerncentrales gesaboteerd. In het jaar 2023 maakten hernieuwbare energieën 55% van de stroomproductie in het land uit. In het jaar 2022 waren het maar 48%. De grootste bijdrage aan de hernieuwbare energie levert de windkracht met 31% van de totale productie, gevolgd door zonne-energie met 12%, biomassa met 8% en andere hernieuwbare bronnen zoals waterkracht met de resterende 3 tot 4%. In het jaar 2024 maakten hernieuwbare energieën in het eerste halfjaar bijna 60% van de Duitse stroomproductie uit. Dit productieniveau is echter over een bepaalde periode verdeeld en weerspiegelt geen crisismomenten zoals de “donkerflauwte”. Donkerflauwte onderscheidt zich door gelijktijdig gebrek aan wind en zon in de winter, wanneer de stroombehoefte in Duitsland het grootst is. Deze episodes duren enkele dagen tot meerdere weken, waarbij de productie van wind- en zonnestroom vaak daalt naar minder dan 20% van hun capaciteit, vaak zelfs naar nul. Op 12 december vorig jaar bedroeg de Duitse stroomproductie uit wind- en zonnekracht bijvoorbeeld maar 1/30 deel van de behoefte. Een politiek voor hernieuwbare energieën zou te doen zijn, wanneer ze op een duurzame, van het weer onafhankelijke energiebron zoals atoomenergie gebaseerd zou zijn. In het jaar 2011 besloot Duitsland echter om in het kader van de catastrofe in Fukushima om abrupt te stoppen met kernenergie en schakelde stapsgewijs volledig functionerende kerncentrales uit. Het stoppen met kernenergie heeft ertoe geleid dat Duitsland in het bijzonder tijdens een donkerflauwte niet in staat is zichzelf van energie te voorzien. Het land importeert in grote omvang stroom uit Frankrijk, Denemarken en Polen en moet voor de opwekking van stroom teruggrijpen op steenkool en bruinkool. De enorme stroomimporten van Duitsland leiden ook bij zijn buurlanden tot enorme stijgingen van de stroomprijs. De prijzen zijn inderdaad adembenemend. In het jaar 2024 was de stroomprijs voor huishoudens in Duitland met € 400,-/MWh de hoogste in Europa en bereikte tijdens periodes van donkerflauwte waarden van € 900,-.MWh, vergeleken met een veel lager Europees gemiddelde. In vergelijking daarmee bedroeg de gemiddelde prijs in het van kerncentrales voorziene Frankrijk en Finland in dezelfde periode (2024) € 250,-/MWh. En in de Verenigde Staten zijn de bedragen 30% lager dan in Frankrijk. Hoe is dat allemaal “duurzaam” voor Europa? Maar het is “voor de planeet”, nietwaar? Nog niet eens bij benadering. Ondanks zijn betrokkenheid voor zogenaamde groene energieën heeft Duitsland altijd nog een grote CO2-voetafdruk, omdat het in toenemende mate inzet op steenkool en bruinkool om energietekorten te compenseren. In het jaar 2024 blijft het land de op een na grootste CO2-uitstoter per in Europa geproduceerde energie-eenheid, waarbij een aanzienlijk aandeel van de stroom afkomstig is uit fossiele bronnen, tien keer zoveel CO2 per opgewekte energie-eenheid dan Frankrijk. De hoge stroomprijzen in Duitsland leiden tot de verplaatsing van de Duitse industrie, omdat de ondernemingen op zoek zijn naar vestigingsplaatsen met voordeliger energiekosten. Hoe kan men overleven wanneer men voor stroom driemaal zoveel betaalt als de concurrentie? (bij de aardgasprijzen is het nog erger: in Europa zijn die vijfmaal zo hoog als in de VS) Uiteindelijk heeft Duitslands toenemende afhankelijkheid bij de energievoorziening van zijn buurlanden tot spanningen in Europa geleid. De hoge stroomprijzen in Duitsland worden aan de buurlanden doorgegeven, wat stroom daar onbetaalbaar maakt en voor toenemende frustratie zorgt. In Europa vinden er discussies plaats om uit bepaalde energieakkoorden te stappen, in het bijzonder uit zulke die stroomimporten betreffen. Kort gezegd is de donkerflauwte het symptoom van een diepe energiecrisis, die door een ideologische, autoritaire, irrationele en mislukte energietransitie werd veroorzaakt. De afhankelijkheid van onbetrouwbare energiebronnen (wind, zon) in verbinding met het haastige stoppen met kernenergie heeft van de Duitse stroom de duurste in Europa gemaakt en bedreigt de energieautonomie van het land – en uiteindelijk van het hele continent. Gezien het demografische en economische gewicht van Duitsland blijkt deze laatste Duitse foute stap een verdere Europese catastrofe te zijn.
    ·725 x bekeken
  • Onze hotels worden steeds vaker ingezet als asielcentra.

    Een snel stijgend aantal Nederlandse hotelkamers wordt permanent bewoond door asielzoekers en andere migranten en zodoende onttrokken aan het hotelkamerbestand. De schaarste die daardoor ontstaat lijkt bij te dragen aan een scherpe stijging van de gewone hotelprijzen.

    Van der Valk vangt al een paar jaar in verschillende hotels door het land (zoals Hengelo, Tilburg, Uden, Katwoude, Goes, Leusden) zowel asielzoekers als statushouders op, van Oekraïeners tot Syriërs.

    Volgens Het Financieele Dagblad krijgt Van der Valk voor de opvang van asielzoekers ongeveer 250 euro per kamer per nacht van het COA. Het COA wil daar ‘om bedrijfseconomische redenen’ niets over zeggen. Het COA gaf in 2022 nog in totaal ongeveer 100 miljoen euro uit voor opvang in hotels. Dat is niet alleen voor overnachtingen, maar ook voor de maaltijden die de asielzoekers krijgen.

    Volgens een recent artikel in Quote heeft het COA in de eerste zeven maanden van 2024 al 373 miljoen euro uitgegeven aan asielopvang in hotels. Mede dankzij de deals die Van der Valk heeft gesloten met het COA zou het concern, zo meldde Het Financieele Dagblad, in 2022 het ‘beste jaar ooit’ hebben gedraaid. Jaarlijks zou het gaan om omzetten van honderden miljoenen euro’s.

    In 2022 sloot het COA een contract met Le Cocq Holding Didam II (LCHD) van de Gelderse ondernemer René Derksen. Derksen komt uit de wereld van arbeidsmigratie. Hij heeft korte lijntjes met de directies van verschillende hotels en vakantieparken, en heeft ook een goede band met het COA, zo meldt Quote. Derksen heeft vooral een zeer kort lijntje met Van der Valk. En dus sloot het COA met zijn bedrijf een contract voor het zoeken naar en huren van hotelkamers in Nederland.

    Fletcher verhuurt zelfs volledige hotels aan het COA, waar ‘normale’ gasten dan niet meer welkom zijn. Wie bijvoorbeeld een overnachting wil boeken bij het Fletcher Hotel in Epe krijgt op internet de mededeling: ‘Fletcher Hotel-Restaurant Epe-Zwolle is tijdelijk volledig verhuurd’. Sinds maart worden er voor ‘minimaal een half jaar’ ongeveer 270 asielzoekers opgevangen. Ook het NH Rijnhotel in Arnhem is tenminste voor de komende twee jaar ontoegankelijk voor (Nederlandse) toeristen.

    Naast de grote concerns proberen ook zelfstandige hotels beter te worden van het huisvesten van asielzoekers. Dat geldt bijvoorbeeld voor een hotel in Valkenburg, waar een deel van de faciliteiten beschikbaar is gesteld aan nareizigers, zonder dat dit op de website wordt vermeld. Een Nederlands echtpaar dat onlangs in het bewuste hotel overnachtte zag dat er enkele tientallen Syrische vrouwen en kinderen werden opgevangen en dat het restaurant met schermen in tweeën was gedeeld. De situatie zorgde bij het echtpaar voor ongemakkelijk gevoelens en een voortijdig vertrek. Pas na lang aandringen kwam er een financiële compensatie.

    Op grond van artikel 2 van de Wet Centraal opvang asielzoekers heeft het COA bovendien rechtspersoonlijkheid. Zodoende kan het COA eigenhandig overeenkomsten sluiten met andere partijen. Een gemeente moet wel op een bepaald moment geïnformeerd worden dat een hotel wordt gebruikt voor de opvang van asielzoekers, maar heeft vaak geen inspraak.

    Ook is er in hotels een verschil tussen kort en lang verblijf: als asielzoekers en statushouders voor enkele maanden worden opgevangen, wordt dat juridisch gezien nog niet aangemerkt als ‘bewoning’. Bij een deal die voor meerdere jaren wordt gesloten, is daarvan wel sprake en is een gemeentelijke vergunning nodig. Ook kunnen burgers dan desgewenst een zienswijze indienen.

    Tot nu toe zijn het vooral asielzoekers, statushouders en nareizigers die – dankzij met belastinggeld gefinancierde deals – in hotels worden opgevangen. Maar vorige week werd bekend dat in het voormalige NH Hotel Atlantic in Kijkduin ook enkele honderden arbeidsmigranten onderdak hebben gevonden. Ze dreigden dakloos te worden nadat uitzendbureau Jobcenter Haaglanden hen had gehuisvest in een illegaal wooncomplex. Daar dienden ze te vertrekken. De arbeidsmigranten mogen maximaal vier maanden in het voormalige hotel verblijven, dat daarna zal worden gesloopt.

    Voor hotels is het bijzonder lucratief om geen toeristen maar asielzoekers en statushouders te ontvangen. Dankzij de deals met het COA ontstaat voor langere tijd zekerheid over het aantal boekingen en de bezettingsgraad. Bij toeristen, die vaak ook hogere eisen stellen aan hun verblijf, moet dat altijd maar worden afgewacht. De grotere schaarste zorgt ondertussen voor flinke stijgingen van de gemiddelde kamerprijs. Naar verwachting komt die dit jaar uit op 169 euro. In coronajaar 2021 was dat nog 88 euro.
    Onze hotels worden steeds vaker ingezet als asielcentra. Een snel stijgend aantal Nederlandse hotelkamers wordt permanent bewoond door asielzoekers en andere migranten en zodoende onttrokken aan het hotelkamerbestand. De schaarste die daardoor ontstaat lijkt bij te dragen aan een scherpe stijging van de gewone hotelprijzen. Van der Valk vangt al een paar jaar in verschillende hotels door het land (zoals Hengelo, Tilburg, Uden, Katwoude, Goes, Leusden) zowel asielzoekers als statushouders op, van Oekraïeners tot Syriërs. Volgens Het Financieele Dagblad krijgt Van der Valk voor de opvang van asielzoekers ongeveer 250 euro per kamer per nacht van het COA. Het COA wil daar ‘om bedrijfseconomische redenen’ niets over zeggen. Het COA gaf in 2022 nog in totaal ongeveer 100 miljoen euro uit voor opvang in hotels. Dat is niet alleen voor overnachtingen, maar ook voor de maaltijden die de asielzoekers krijgen. Volgens een recent artikel in Quote heeft het COA in de eerste zeven maanden van 2024 al 373 miljoen euro uitgegeven aan asielopvang in hotels. Mede dankzij de deals die Van der Valk heeft gesloten met het COA zou het concern, zo meldde Het Financieele Dagblad, in 2022 het ‘beste jaar ooit’ hebben gedraaid. Jaarlijks zou het gaan om omzetten van honderden miljoenen euro’s. In 2022 sloot het COA een contract met Le Cocq Holding Didam II (LCHD) van de Gelderse ondernemer René Derksen. Derksen komt uit de wereld van arbeidsmigratie. Hij heeft korte lijntjes met de directies van verschillende hotels en vakantieparken, en heeft ook een goede band met het COA, zo meldt Quote. Derksen heeft vooral een zeer kort lijntje met Van der Valk. En dus sloot het COA met zijn bedrijf een contract voor het zoeken naar en huren van hotelkamers in Nederland. Fletcher verhuurt zelfs volledige hotels aan het COA, waar ‘normale’ gasten dan niet meer welkom zijn. Wie bijvoorbeeld een overnachting wil boeken bij het Fletcher Hotel in Epe krijgt op internet de mededeling: ‘Fletcher Hotel-Restaurant Epe-Zwolle is tijdelijk volledig verhuurd’. Sinds maart worden er voor ‘minimaal een half jaar’ ongeveer 270 asielzoekers opgevangen. Ook het NH Rijnhotel in Arnhem is tenminste voor de komende twee jaar ontoegankelijk voor (Nederlandse) toeristen. Naast de grote concerns proberen ook zelfstandige hotels beter te worden van het huisvesten van asielzoekers. Dat geldt bijvoorbeeld voor een hotel in Valkenburg, waar een deel van de faciliteiten beschikbaar is gesteld aan nareizigers, zonder dat dit op de website wordt vermeld. Een Nederlands echtpaar dat onlangs in het bewuste hotel overnachtte zag dat er enkele tientallen Syrische vrouwen en kinderen werden opgevangen en dat het restaurant met schermen in tweeën was gedeeld. De situatie zorgde bij het echtpaar voor ongemakkelijk gevoelens en een voortijdig vertrek. Pas na lang aandringen kwam er een financiële compensatie. Op grond van artikel 2 van de Wet Centraal opvang asielzoekers heeft het COA bovendien rechtspersoonlijkheid. Zodoende kan het COA eigenhandig overeenkomsten sluiten met andere partijen. Een gemeente moet wel op een bepaald moment geïnformeerd worden dat een hotel wordt gebruikt voor de opvang van asielzoekers, maar heeft vaak geen inspraak. Ook is er in hotels een verschil tussen kort en lang verblijf: als asielzoekers en statushouders voor enkele maanden worden opgevangen, wordt dat juridisch gezien nog niet aangemerkt als ‘bewoning’. Bij een deal die voor meerdere jaren wordt gesloten, is daarvan wel sprake en is een gemeentelijke vergunning nodig. Ook kunnen burgers dan desgewenst een zienswijze indienen. Tot nu toe zijn het vooral asielzoekers, statushouders en nareizigers die – dankzij met belastinggeld gefinancierde deals – in hotels worden opgevangen. Maar vorige week werd bekend dat in het voormalige NH Hotel Atlantic in Kijkduin ook enkele honderden arbeidsmigranten onderdak hebben gevonden. Ze dreigden dakloos te worden nadat uitzendbureau Jobcenter Haaglanden hen had gehuisvest in een illegaal wooncomplex. Daar dienden ze te vertrekken. De arbeidsmigranten mogen maximaal vier maanden in het voormalige hotel verblijven, dat daarna zal worden gesloopt. Voor hotels is het bijzonder lucratief om geen toeristen maar asielzoekers en statushouders te ontvangen. Dankzij de deals met het COA ontstaat voor langere tijd zekerheid over het aantal boekingen en de bezettingsgraad. Bij toeristen, die vaak ook hogere eisen stellen aan hun verblijf, moet dat altijd maar worden afgewacht. De grotere schaarste zorgt ondertussen voor flinke stijgingen van de gemiddelde kamerprijs. Naar verwachting komt die dit jaar uit op 169 euro. In coronajaar 2021 was dat nog 88 euro.
    ·904 x bekeken
  • Geen geld meer voor groene ngo’s “die EU-reputatie kunnen schaden”

    Een van de vele geldpotten beheerd door de Europese commissie heet LIFE en is bedoeld ter ondersteuning van de milieu-, klimaat-en energietransitiepolitiek. Overheden kunnen er beroep op doen bij de ontplooiing van projecten, bedrijven kunnen ondersteuning krijgen voor innovatieve productontwikkeling of het op de markt brengen van groene producten. Maar ook non-profit organisaties kunnen subsidies bekomen “als ze bijdragen aan de verschuiving naar een duurzame, circulaire, energie-efficiënte, op hernieuwbare energie gebaseerde, klimaatneutrale en veerkrachtige economie”. Natuurlijk gaat maar een heel klein deeltje van de totale LIFE-pot van 5,4 miljard euro naar dergelijke ngo’s [1], maar het kan een belangrijke rol spelen voor hun leefbaarheid en bereik. En de Europese Commissie kan er fijntjes op wijzen dat ze niet alleen bedrijven subsidieert, maar zelfs organisaties die een kritische stem laten horen.

    Maar voor conservatief, rechts en uiterst rechts Europa is “geld voor het klimaatgehuil” een doorn in het oog. Vooral de Europese Volkspartij (EVP), de dominante politieke kracht in de EU, is sinds geruime tijd een hetze bezig, waarbij gesuggereerd wordt dat subsidies en lobbywerk van bedrijven streng gecontroleerd worden, terwijl ngo’s zomaar subsidies krijgen. Het is niet toevallig de EVP die een uitstel voor de natuurherstelwet en de pesticidewetgeving bedong, de constructie van benzine- en dieselwagens ook na 2035 wil voortgezet zien, en voedselgebrek voorspelt als “onze boeren” teveel in de weg gelegd wordt.

    Die hetze heeft blijkbaar al een succesje geboekt binnen de nieuwe Europese Commissie (die voor de helft bestaat uit EVP-ers). Groene ngo’s kregen de voorbije weken een brief van de Commissie waarbij hen meegedeeld werd dat hun subsidie niet langer kan gebruikt worden voor belangenbehartiging en lobbywerk. Daaronder wordt onder andere verstaan het beleggen van vergaderingen met, of toespelen van materiaal aan Europese verantwoordelijken, politieke onderwerpen met hen bespreken, kortom, doen wat het legertje van naar schatting 30.000 bedrijfslobbyisten in Brussel doet. De brief vermeldt erbij dat zulke activiteiten de reputatie van de EU kunnen schaden. Blijkbaar dreigt vanuit ngo-hoek een acuut gevaar voor de Europese instellingen, want de betrokken organisaties moeten de nieuwe reglementering vanaf 1 december respecteren, en de contracten die ze in januari 2024 tekenden moeten er retroactief aan aangepast worden!

    Momenteel zijn het blijkbaar organisaties die werken rond klimaat en milieu (waaronder belangrijke als WWF, Friends of the Earth of ClientEarth) die aangeschreven worden, maar de maatregel is gebaseerd op een document daterend van mei 2024 dat algemeen van aard is. Niet-gouvernementele organisaties die zich bijvoorbeeld verzetten tegen vrijhandelsverdragen (TTIP, Mercosur…) zouden logischerwijze gelijkaardige brieven kunnen ontvangen.

    De EU zou de EU niet zijn als er geen gesofistikeerde juridische ‘uitleg’ voor de maatregel gevonden was. De nieuwe commissaris die instaat voor het Europees budget zei dat er ernstige ethische vragen zouden rijzen als blijkt dat de Commissie “op een indirecte manier lobbyt bij het Europees parlement”! Het toekennen door de Commissie van een subsidie aan een organisatie die parlementsleden benadert zo aldus kunnen geïnterpreteerd worden!!

    In een commentaar op de kwestie stelt Corporate Europe Observatory dat het niet de eerste keer is dat de Commissie probeert kritische stemmen de mond te snoeren via de subsidiepolitiek. Door de vorige Commissie werd de dreiging al gebruikt tegenover ngo’s actief rond gezondheid, die zich verzetten tegen de geheime vaccincontracten die Commissievoorzitter von der Leyen afsloot met de farmaceutische industrie, en tegen de patentpolitiek van de EU waar het essentiële geneesmiddelen betreft.
    Geen geld meer voor groene ngo’s “die EU-reputatie kunnen schaden” Een van de vele geldpotten beheerd door de Europese commissie heet LIFE en is bedoeld ter ondersteuning van de milieu-, klimaat-en energietransitiepolitiek. Overheden kunnen er beroep op doen bij de ontplooiing van projecten, bedrijven kunnen ondersteuning krijgen voor innovatieve productontwikkeling of het op de markt brengen van groene producten. Maar ook non-profit organisaties kunnen subsidies bekomen “als ze bijdragen aan de verschuiving naar een duurzame, circulaire, energie-efficiënte, op hernieuwbare energie gebaseerde, klimaatneutrale en veerkrachtige economie”. Natuurlijk gaat maar een heel klein deeltje van de totale LIFE-pot van 5,4 miljard euro naar dergelijke ngo’s [1], maar het kan een belangrijke rol spelen voor hun leefbaarheid en bereik. En de Europese Commissie kan er fijntjes op wijzen dat ze niet alleen bedrijven subsidieert, maar zelfs organisaties die een kritische stem laten horen. Maar voor conservatief, rechts en uiterst rechts Europa is “geld voor het klimaatgehuil” een doorn in het oog. Vooral de Europese Volkspartij (EVP), de dominante politieke kracht in de EU, is sinds geruime tijd een hetze bezig, waarbij gesuggereerd wordt dat subsidies en lobbywerk van bedrijven streng gecontroleerd worden, terwijl ngo’s zomaar subsidies krijgen. Het is niet toevallig de EVP die een uitstel voor de natuurherstelwet en de pesticidewetgeving bedong, de constructie van benzine- en dieselwagens ook na 2035 wil voortgezet zien, en voedselgebrek voorspelt als “onze boeren” teveel in de weg gelegd wordt. Die hetze heeft blijkbaar al een succesje geboekt binnen de nieuwe Europese Commissie (die voor de helft bestaat uit EVP-ers). Groene ngo’s kregen de voorbije weken een brief van de Commissie waarbij hen meegedeeld werd dat hun subsidie niet langer kan gebruikt worden voor belangenbehartiging en lobbywerk. Daaronder wordt onder andere verstaan het beleggen van vergaderingen met, of toespelen van materiaal aan Europese verantwoordelijken, politieke onderwerpen met hen bespreken, kortom, doen wat het legertje van naar schatting 30.000 bedrijfslobbyisten in Brussel doet. De brief vermeldt erbij dat zulke activiteiten de reputatie van de EU kunnen schaden. Blijkbaar dreigt vanuit ngo-hoek een acuut gevaar voor de Europese instellingen, want de betrokken organisaties moeten de nieuwe reglementering vanaf 1 december respecteren, en de contracten die ze in januari 2024 tekenden moeten er retroactief aan aangepast worden! Momenteel zijn het blijkbaar organisaties die werken rond klimaat en milieu (waaronder belangrijke als WWF, Friends of the Earth of ClientEarth) die aangeschreven worden, maar de maatregel is gebaseerd op een document daterend van mei 2024 dat algemeen van aard is. Niet-gouvernementele organisaties die zich bijvoorbeeld verzetten tegen vrijhandelsverdragen (TTIP, Mercosur…) zouden logischerwijze gelijkaardige brieven kunnen ontvangen. De EU zou de EU niet zijn als er geen gesofistikeerde juridische ‘uitleg’ voor de maatregel gevonden was. De nieuwe commissaris die instaat voor het Europees budget zei dat er ernstige ethische vragen zouden rijzen als blijkt dat de Commissie “op een indirecte manier lobbyt bij het Europees parlement”! Het toekennen door de Commissie van een subsidie aan een organisatie die parlementsleden benadert zo aldus kunnen geïnterpreteerd worden!! In een commentaar op de kwestie stelt Corporate Europe Observatory dat het niet de eerste keer is dat de Commissie probeert kritische stemmen de mond te snoeren via de subsidiepolitiek. Door de vorige Commissie werd de dreiging al gebruikt tegenover ngo’s actief rond gezondheid, die zich verzetten tegen de geheime vaccincontracten die Commissievoorzitter von der Leyen afsloot met de farmaceutische industrie, en tegen de patentpolitiek van de EU waar het essentiële geneesmiddelen betreft.
    ·954 x bekeken
  • Jamil kon door zijn overgewicht amper lopen, maar viel in 4 maanden ruim 30 kilo af.

    Hij kon door zijn overgewicht amper lopen en had ook al tien jaar zijn moeder op Curaçao niet meer bezocht. Toen Jamil de Wind (42) vervolgens ook nog een levensgevaarlijke infectie kreeg door zijn gewicht, was het genoeg geweest. Hij besloot te gaan bewegen en verloor van juni tot september ruim dertig kilo.

    Al jaren had Jamil uit Hoogvliet enorm overgewicht, waardoor hij alleen schuifelend achter een rollator kon lopen. Omdat hij zo slecht kon bewegen, sleet hij zijn dagen in huis, met weinig sociaal contact en zonder baan. Dat veranderde toen Jamil te horen kreeg dat hij, vanwege zijn overgewicht, lymfoedeem en een levensgevaarlijke infectie in zijn benen had.
    “Toen ik die infectie had, moest ik met de ambulance naar het ziekenhuis. Het was zelfs zo erg dat de dokters zeiden dat ik geluk had gehad, omdat het ook mijn dood had kunnen zijn. Dat was een enorme schok.”

    Door de gevaarlijke infectie zat de schrik er goed in bij Jamil. Hij besloot zich in te schrijven bij een obesitaskliniek en begon 2,5 jaar geleden met het traject van een maagverkleining.
    “Toen kwam ik zes maanden geleden bij de gemeente Rotterdam terecht voor de volgende stap. Die zagen dat ik goed aan het afvallen was en dat ik kon beginnen met het volgende traject, om weer fit te worden voor werk.”

    Jamil werd door de gemeente naar bewegingscentrum SPC Rijnmond gestuurd voor het samenwerkingsproject ‘Fit for the Job’.

    Personal trainer Errol Esajas kan zich de dag nog goed herinneren dat Jamil aankwam bij SPC Rijnmond, op het bedrijventerrein naast De Kuip. “Hij kon de weg niet goed vinden, liep heel moeilijk achter zijn rollator en was helemaal bezweet. Toen was ik eigenlijk meteen onder de indruk van het feit dat hij zoveel moeite deed om hier te komen.”

    Ook topsporters als Stefan de Vrij en Denzel Dumfries over de vloer komen, ging Jamil onder toeziend oog van Errol aan de gang. Errol: “We hebben hier tien Nederlandse voetbalinternationals, maar ook senioren die valtechniek leren en zelfs mensen met een beperking. Ik noem het dan ook geen sportschool, maar een bewegingscentrum.”
    Jamil zegt over de afgelopen maanden dat hij geen moment dacht aan stoppen. Al ging het niet altijd van harte. “Je gaat natuurlijk wel uit je comfortzone. Dus hoewel ik veel motivatie had, kon ik ook weleens klagen. Ze noemden mij zelfs grappend een dramaqueen. Ik kon echt klagen als de beste.”

    Jamil begon met het afvallen vanwege zijn gezondheid. Toch kwam hier later nog een ander belangrijk doel bij: hij wilde een bezoek brengen aan zijn moeder op Curaçao. Door zijn overgewicht kon hij slecht bewegen en paste hij al tien jaar lang niet goed in een vliegtuigstoel.

    “Ik zag haar alleen tijdens het videobellen. Twee van mijn ooms waren overleden en dat deed mij beseffen dat ik niet zeker weet hoe lang mijn familie er nog is. Mijn doel werd dus om voor mijn moeders verjaardag, in september, naar Curaçao te kunnen.”

    De reis naar zijn moeder kwam er en werd een groot succes. “Ze wist niet dat ik kwam en dat ik zo was afgevallen. Ik had mijn zus wel in het complot betrokken, dus zij vertelde mijn moeder dat ze visite had die haar graag wilde zien. Toen mijn moeder mij voor het eerst zag, keek ze gelijk vragend naar mijn zus of ik het wel echt was. Daarna realiseerde ze het zich en vlogen we elkaar in de armen.”

    “Het was zo’n emotioneel moment. Niemand pakt mij die herinnering meer af. Ook toen ik eenmaal terugkwam van Curaçao, was ik heel trots op mezelf. Nu ik weet dat ik gezonder ben, is het ook een stuk makkelijker als er onverhoopt iets met mijn moeder is. Ik kan nu op elk moment in het vliegtuig stappen als het nodig zou zijn en dat voelt alsof ik meer kan betekenen voor mijn moeder.”

    Het bezoeken van zijn moeder mocht dan misschien een overwinning zijn, Jamil is nog lang niet klaar met afvallen. “Het was een hoogtepunt, maar geen eindpunt. Ik hoop zelfs dat het een begin- of middenpunt was. Ik wil nog gezonder en beter worden en in de komende maanden wil ik ook weer aan het werk gaan. Er komt nog een operatie aan voor de overtollige huid.”

    “Ik heb nu al spijt dat ik niet eerder ben begonnen met dit traject. Ik denk dat mijn mindset gewoon nog niet goed genoeg was om te beginnen. Ik vroeg wel om hulp, maar ik deed er zelf verder niks aan.”

    Jamil heeft door het afvallen een stuk meer zelfvertrouwen en ook vooral een stuk meer plezier in het leven. “Ik kwam bijna nooit meer buiten, maar nu bijna elke dag wel. En ik geniet ervan, zelfs met slecht weer. Hoe meer mensen je buiten tegenkomt, hoe socialer je wordt en hoe meer je wereld groeit. Voor mensen die in mijn oude situatie zitten: er is hoop.”
    Jamil kon door zijn overgewicht amper lopen, maar viel in 4 maanden ruim 30 kilo af. Hij kon door zijn overgewicht amper lopen en had ook al tien jaar zijn moeder op Curaçao niet meer bezocht. Toen Jamil de Wind (42) vervolgens ook nog een levensgevaarlijke infectie kreeg door zijn gewicht, was het genoeg geweest. Hij besloot te gaan bewegen en verloor van juni tot september ruim dertig kilo. Al jaren had Jamil uit Hoogvliet enorm overgewicht, waardoor hij alleen schuifelend achter een rollator kon lopen. Omdat hij zo slecht kon bewegen, sleet hij zijn dagen in huis, met weinig sociaal contact en zonder baan. Dat veranderde toen Jamil te horen kreeg dat hij, vanwege zijn overgewicht, lymfoedeem en een levensgevaarlijke infectie in zijn benen had. “Toen ik die infectie had, moest ik met de ambulance naar het ziekenhuis. Het was zelfs zo erg dat de dokters zeiden dat ik geluk had gehad, omdat het ook mijn dood had kunnen zijn. Dat was een enorme schok.” Door de gevaarlijke infectie zat de schrik er goed in bij Jamil. Hij besloot zich in te schrijven bij een obesitaskliniek en begon 2,5 jaar geleden met het traject van een maagverkleining. “Toen kwam ik zes maanden geleden bij de gemeente Rotterdam terecht voor de volgende stap. Die zagen dat ik goed aan het afvallen was en dat ik kon beginnen met het volgende traject, om weer fit te worden voor werk.” Jamil werd door de gemeente naar bewegingscentrum SPC Rijnmond gestuurd voor het samenwerkingsproject ‘Fit for the Job’. Personal trainer Errol Esajas kan zich de dag nog goed herinneren dat Jamil aankwam bij SPC Rijnmond, op het bedrijventerrein naast De Kuip. “Hij kon de weg niet goed vinden, liep heel moeilijk achter zijn rollator en was helemaal bezweet. Toen was ik eigenlijk meteen onder de indruk van het feit dat hij zoveel moeite deed om hier te komen.” Ook topsporters als Stefan de Vrij en Denzel Dumfries over de vloer komen, ging Jamil onder toeziend oog van Errol aan de gang. Errol: “We hebben hier tien Nederlandse voetbalinternationals, maar ook senioren die valtechniek leren en zelfs mensen met een beperking. Ik noem het dan ook geen sportschool, maar een bewegingscentrum.” Jamil zegt over de afgelopen maanden dat hij geen moment dacht aan stoppen. Al ging het niet altijd van harte. “Je gaat natuurlijk wel uit je comfortzone. Dus hoewel ik veel motivatie had, kon ik ook weleens klagen. Ze noemden mij zelfs grappend een dramaqueen. Ik kon echt klagen als de beste.” Jamil begon met het afvallen vanwege zijn gezondheid. Toch kwam hier later nog een ander belangrijk doel bij: hij wilde een bezoek brengen aan zijn moeder op Curaçao. Door zijn overgewicht kon hij slecht bewegen en paste hij al tien jaar lang niet goed in een vliegtuigstoel. “Ik zag haar alleen tijdens het videobellen. Twee van mijn ooms waren overleden en dat deed mij beseffen dat ik niet zeker weet hoe lang mijn familie er nog is. Mijn doel werd dus om voor mijn moeders verjaardag, in september, naar Curaçao te kunnen.” De reis naar zijn moeder kwam er en werd een groot succes. “Ze wist niet dat ik kwam en dat ik zo was afgevallen. Ik had mijn zus wel in het complot betrokken, dus zij vertelde mijn moeder dat ze visite had die haar graag wilde zien. Toen mijn moeder mij voor het eerst zag, keek ze gelijk vragend naar mijn zus of ik het wel echt was. Daarna realiseerde ze het zich en vlogen we elkaar in de armen.” “Het was zo’n emotioneel moment. Niemand pakt mij die herinnering meer af. Ook toen ik eenmaal terugkwam van Curaçao, was ik heel trots op mezelf. Nu ik weet dat ik gezonder ben, is het ook een stuk makkelijker als er onverhoopt iets met mijn moeder is. Ik kan nu op elk moment in het vliegtuig stappen als het nodig zou zijn en dat voelt alsof ik meer kan betekenen voor mijn moeder.” Het bezoeken van zijn moeder mocht dan misschien een overwinning zijn, Jamil is nog lang niet klaar met afvallen. “Het was een hoogtepunt, maar geen eindpunt. Ik hoop zelfs dat het een begin- of middenpunt was. Ik wil nog gezonder en beter worden en in de komende maanden wil ik ook weer aan het werk gaan. Er komt nog een operatie aan voor de overtollige huid.” “Ik heb nu al spijt dat ik niet eerder ben begonnen met dit traject. Ik denk dat mijn mindset gewoon nog niet goed genoeg was om te beginnen. Ik vroeg wel om hulp, maar ik deed er zelf verder niks aan.” Jamil heeft door het afvallen een stuk meer zelfvertrouwen en ook vooral een stuk meer plezier in het leven. “Ik kwam bijna nooit meer buiten, maar nu bijna elke dag wel. En ik geniet ervan, zelfs met slecht weer. Hoe meer mensen je buiten tegenkomt, hoe socialer je wordt en hoe meer je wereld groeit. Voor mensen die in mijn oude situatie zitten: er is hoop.”
    ·517 x bekeken
  • Vrouw met bijstandsuitkering gepakt met handeltje op Facebook: Є15.000 terugbetalen!

    Onlangs kwam het bericht naar buiten dat vrouw die een bijstandsuitkering had een enorm bedrag moest terugbetalen, daar haar moeder elke week boodschappen voor haar deed. Ook nu is er een dame flink de pineut. Deze vrouw, woonachtig in Rotterdam, moet maar liefst een bedrag terugbetalen van 15.000 euro. De hoogte van een bijstandsuitkering is niet heel erg hoog, dus de vrouw besloot haar best te doen om een extra centje erbij te verdienen. Op het platform Facebook maakte ze reclame voor de taarten die ze zelf maakte en dit werkte want op deze manier kon ze heel wat taarten maken om vervolgens te verkopen.

    Met haar bijstandsuitkering en het geld dat ze binnen harkte met de verkoop van haar eigen gebakken taarten, had ze financieel meer ruimte. Achteraf gezien was de verkoop van taarten via social media niet zo’n heel erg slim idee want de gemeente is achter deze handel gekomen. Je mag zeker wel iets verkopen als je een uitkering hebt, maar als het echt een vaste bijverdienste gaat worden dan moet je dit melden. Uit het dossier van de rechtbank is gebleken dat ze echt een handeltje had daar ze ongeveer 200 taarten had verkocht. De prijs van een taart lag tussen de 7.50 euro en 75 euro.

    De verkoop van de taarten via het platform Facebook heeft deze vrouw nu in zeer grote problemen gebracht. De rechtbank heeft een bizarre berekening gemaakt en komt op een slordige 15.000 euro die de vrouw moet terugbetalen. Een behoorlijke klap daar ze dit bedrag zeker niet heeft verdiend, echter besloot de rechtbank de maximale opbrengst te berekenen van 200 taarten x 75 euro. Ze had gehoopt op een klein bedrag dat ze zou moeten terugbetalen maar helaas. De dame is behoorlijk van de leg door het vonnis van de rechtbank.

    Naar eigen zeggen heeft ze lang niet zoveel taarten verkocht en ook niet voor die maximale prijs. Een extra centje bijverdienen kent dus grote vervelende gevolgen.









    Vrouw met bijstandsuitkering gepakt met handeltje op Facebook: Є15.000 terugbetalen! Onlangs kwam het bericht naar buiten dat vrouw die een bijstandsuitkering had een enorm bedrag moest terugbetalen, daar haar moeder elke week boodschappen voor haar deed. Ook nu is er een dame flink de pineut. Deze vrouw, woonachtig in Rotterdam, moet maar liefst een bedrag terugbetalen van 15.000 euro. De hoogte van een bijstandsuitkering is niet heel erg hoog, dus de vrouw besloot haar best te doen om een extra centje erbij te verdienen. Op het platform Facebook maakte ze reclame voor de taarten die ze zelf maakte en dit werkte want op deze manier kon ze heel wat taarten maken om vervolgens te verkopen. Met haar bijstandsuitkering en het geld dat ze binnen harkte met de verkoop van haar eigen gebakken taarten, had ze financieel meer ruimte. Achteraf gezien was de verkoop van taarten via social media niet zo’n heel erg slim idee want de gemeente is achter deze handel gekomen. Je mag zeker wel iets verkopen als je een uitkering hebt, maar als het echt een vaste bijverdienste gaat worden dan moet je dit melden. Uit het dossier van de rechtbank is gebleken dat ze echt een handeltje had daar ze ongeveer 200 taarten had verkocht. De prijs van een taart lag tussen de 7.50 euro en 75 euro. De verkoop van de taarten via het platform Facebook heeft deze vrouw nu in zeer grote problemen gebracht. De rechtbank heeft een bizarre berekening gemaakt en komt op een slordige 15.000 euro die de vrouw moet terugbetalen. Een behoorlijke klap daar ze dit bedrag zeker niet heeft verdiend, echter besloot de rechtbank de maximale opbrengst te berekenen van 200 taarten x 75 euro. Ze had gehoopt op een klein bedrag dat ze zou moeten terugbetalen maar helaas. De dame is behoorlijk van de leg door het vonnis van de rechtbank. Naar eigen zeggen heeft ze lang niet zoveel taarten verkocht en ook niet voor die maximale prijs. Een extra centje bijverdienen kent dus grote vervelende gevolgen.
    Verdrietig
    1
    ·558 x bekeken
  • Den Haag mag niet alle studenten uitsluiten van energietoeslag.

    De rechter vindt de individuele bijzondere bijstand geen goed alternatief.

    De gemeente Den Haag heeft ten onrechte alle studenten uitgesloten van de energietoeslag. Dat blijkt uit uitspraken van de rechtbank Den Haag in de zaken van 37 studenten. Sommigen van hen hebben net als andere minima recht op deze toelage. Het uitsluiten van alle studenten is daarom een vorm van ongelijke behandeling.

    In 2022 hebben diverse studenten de energietoeslag aangevraagd bij de gemeente Den Haag. Het college van B en W wees deze aanvragen echter af omdat studenten waren uitgesloten van de toeslag. Onterecht, stellen de studenten. Zij vinden het onderscheid tussen studenten en niet-studenten onrechtmatig.

    Hoewel het college mag bepalen wie de toeslag krijgt, moet het stadsbestuur wel rekening houden met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. B en W wilde met de toelage alleen die inwoners compenseren die echt meer energiekosten hadden. Omdat de kans op overcompensatie bij studenten als groep groter is dan bij andere minima, besloot het college om alle studenten uit te sluiten.

    De rechtbank is van mening dat dit niet mag. Sommige studenten zitten immers in een vergelijkbare situatie als andere minima. Door dit onderscheid van de gemeente worden zij benadeeld. Het voldoet ‘slechts ten dele aan de eis van doelmatigheid’, aldus de rechter in twee zaken.

    Den Haag gaf ook aan dat studenten minder last hadden van stijgende energiekosten omdat ze gemiddeld kleiner wonen. Maar dat is volgens de rechtbank niet per definitie zo. Er zijn immers studenten die in dezelfde woonomstandigheden verkeren als andere minima. Ook oordeelt de rechter dat het college niet goed heeft uitgelegd waarom ze in plaats van studenten uit te sluiten, niet extra voorwaarden stelde voor studenten die om de energietoeslag vroegen.

    Tot slot vindt de rechtbank de individuele bijzondere bijstand geen goed alternatief. De eisen om in aanmerking te komen voor deze vorm van bijstand zijn namelijk hoger dan bij de aanvraag voor de energietoeslag. Bovendien is het bedrag dat wordt uitgekeerd anders. Kortom, het besluit om studenten als groep uit te sluiten is ‘niet proportioneel’. De rechter bepaalt dat de gemeente nieuwe besluiten moet nemen.
    Den Haag mag niet alle studenten uitsluiten van energietoeslag. De rechter vindt de individuele bijzondere bijstand geen goed alternatief. De gemeente Den Haag heeft ten onrechte alle studenten uitgesloten van de energietoeslag. Dat blijkt uit uitspraken van de rechtbank Den Haag in de zaken van 37 studenten. Sommigen van hen hebben net als andere minima recht op deze toelage. Het uitsluiten van alle studenten is daarom een vorm van ongelijke behandeling. In 2022 hebben diverse studenten de energietoeslag aangevraagd bij de gemeente Den Haag. Het college van B en W wees deze aanvragen echter af omdat studenten waren uitgesloten van de toeslag. Onterecht, stellen de studenten. Zij vinden het onderscheid tussen studenten en niet-studenten onrechtmatig. Hoewel het college mag bepalen wie de toeslag krijgt, moet het stadsbestuur wel rekening houden met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. B en W wilde met de toelage alleen die inwoners compenseren die echt meer energiekosten hadden. Omdat de kans op overcompensatie bij studenten als groep groter is dan bij andere minima, besloot het college om alle studenten uit te sluiten. De rechtbank is van mening dat dit niet mag. Sommige studenten zitten immers in een vergelijkbare situatie als andere minima. Door dit onderscheid van de gemeente worden zij benadeeld. Het voldoet ‘slechts ten dele aan de eis van doelmatigheid’, aldus de rechter in twee zaken. Den Haag gaf ook aan dat studenten minder last hadden van stijgende energiekosten omdat ze gemiddeld kleiner wonen. Maar dat is volgens de rechtbank niet per definitie zo. Er zijn immers studenten die in dezelfde woonomstandigheden verkeren als andere minima. Ook oordeelt de rechter dat het college niet goed heeft uitgelegd waarom ze in plaats van studenten uit te sluiten, niet extra voorwaarden stelde voor studenten die om de energietoeslag vroegen. Tot slot vindt de rechtbank de individuele bijzondere bijstand geen goed alternatief. De eisen om in aanmerking te komen voor deze vorm van bijstand zijn namelijk hoger dan bij de aanvraag voor de energietoeslag. Bovendien is het bedrag dat wordt uitgekeerd anders. Kortom, het besluit om studenten als groep uit te sluiten is ‘niet proportioneel’. De rechter bepaalt dat de gemeente nieuwe besluiten moet nemen.
    ·308 x bekeken
Zoekresultaten