In jaar tijd ruim 1,7 miljoen Nederlanders slachtoffer van seksueel wangedrag.
Ruim 1,7 miljoen Nederlanders van zestien jaar of ouder zijn tussen april 2023 en april 2024 naar eigen zeggen slachtoffer geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat blijkt uit de Preventiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag.
12 procent van de ondervraagden in het onderzoek kreeg in die periode te maken met een vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag. 8 procent (1,2 miljoen mensen) was slachtoffer van offline seksuele intimidatie. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om seksueel kwetsende opmerkingen of grapjes.
Zo'n 5 procent (760.000 mensen) kreeg te maken met online seksuele intimidatie. Voorbeelden daarvan zijn ongewenste naaktfoto's of seksfilmpjes of het aandringen op het sturen van dat soort beelden.
Van daadwerkelijk fysiek seksueel geweld werd 4 procent (520.000 mensen) slachtoffer. Daarbij gaat het om ongewenste seksuele aanrakingen, ongewenst zoenen of ongewenste seksuele handelingen.
Van de vrouwen tussen de 18 en 24 jaar oud was 18 procent slachtoffer van fysiek seksueel geweld. Dat zijn er drie keer zo veel als mannelijke leeftijdsgenoten.
Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn de plegers voornamelijk mannen. Personen die zich als vrouw identificeren (16 procent) zijn meer dan twee keer zo vaak slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag als personen die zich als man identificeren (7 procent).
Van degenen die zichzelf als non-binair of genderqueer (dus geen man of vrouw) beschouwen, had 31 procent met dit gedrag te maken. Bi+-vrouwen gaven het vaakst aan (34 procent) slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij heteroseksuele mannen gaat het om 6 à 7 procent.
Slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben het meest last van psychische problemen na hun ervaring, naast seksuele of relatieproblemen. Bij fysiek seksueel geweld, offline en online intimidatie gaat het respectievelijk om 23, 16 en 13 procent.
De monitor komt van statistiekbureau CBS en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). In 2020 en 2022 werd een vergelijkbaar onderzoek gedaan.
Ruim 25.000 mensen van zestien jaar of ouder hebben in het voorjaar een enquête ingevuld. De deelnemers zijn representatief voor de in totaal 14,8 miljoen Nederlanders in die leeftijdscategorie.
De onderzoekers hebben ook gekeken naar het aantal slachtoffers van huiselijk geweld. Dat ging in de periode van april 2023 tot april 2024 om 1,3 miljoen Nederlanders. Bij huiselijk geweld is gekeken naar psychisch en fysiek geweld in huiselijke kring.
6 procent (870.000 mensen) was slachtoffer van psychisch geweld, waarbij het gaat om pesten, vernederen, intimideren of bedreigen. Ruim 530.000 mensen (4 procent) kregen te maken met fysiek huiselijk geweld, zoals dreigen met geweld of (poging tot) verwondingen.
Huiselijk geweld wordt het vaakst gepleegd door (ex-)partners. Bij psychisch geweld wordt ook vaak een ouder genoemd. Mannen plegen vaker huiselijk geweld dan vrouwen. Ook hier zijn non-binaire of genderqueer personen relatief vaak slachtoffer (26 procent). Dat geldt ook voor bi+-vrouwen (17 procent).
Slachtoffers van huiselijk geweld ondervonden ook vaak problemen als gevolg van wat ze hadden meegemaakt. Ook bij hen kwamen psychische problemen het meest voor: 47 procent bij psychisch geweld en een derde bij fysiek geweld.
5 procent van de mensen die huiselijk geweld vermoedt of ervaart, doet melding bij de politie. Maar 0,5 procent doet aangifte.
In jaar tijd ruim 1,7 miljoen Nederlanders slachtoffer van seksueel wangedrag.
Ruim 1,7 miljoen Nederlanders van zestien jaar of ouder zijn tussen april 2023 en april 2024 naar eigen zeggen slachtoffer geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat blijkt uit de Preventiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag.
12 procent van de ondervraagden in het onderzoek kreeg in die periode te maken met een vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag. 8 procent (1,2 miljoen mensen) was slachtoffer van offline seksuele intimidatie. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om seksueel kwetsende opmerkingen of grapjes.
Zo'n 5 procent (760.000 mensen) kreeg te maken met online seksuele intimidatie. Voorbeelden daarvan zijn ongewenste naaktfoto's of seksfilmpjes of het aandringen op het sturen van dat soort beelden.
Van daadwerkelijk fysiek seksueel geweld werd 4 procent (520.000 mensen) slachtoffer. Daarbij gaat het om ongewenste seksuele aanrakingen, ongewenst zoenen of ongewenste seksuele handelingen.
Van de vrouwen tussen de 18 en 24 jaar oud was 18 procent slachtoffer van fysiek seksueel geweld. Dat zijn er drie keer zo veel als mannelijke leeftijdsgenoten.
Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn de plegers voornamelijk mannen. Personen die zich als vrouw identificeren (16 procent) zijn meer dan twee keer zo vaak slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag als personen die zich als man identificeren (7 procent).
Van degenen die zichzelf als non-binair of genderqueer (dus geen man of vrouw) beschouwen, had 31 procent met dit gedrag te maken. Bi+-vrouwen gaven het vaakst aan (34 procent) slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij heteroseksuele mannen gaat het om 6 à 7 procent.
Slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben het meest last van psychische problemen na hun ervaring, naast seksuele of relatieproblemen. Bij fysiek seksueel geweld, offline en online intimidatie gaat het respectievelijk om 23, 16 en 13 procent.
De monitor komt van statistiekbureau CBS en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). In 2020 en 2022 werd een vergelijkbaar onderzoek gedaan.
Ruim 25.000 mensen van zestien jaar of ouder hebben in het voorjaar een enquête ingevuld. De deelnemers zijn representatief voor de in totaal 14,8 miljoen Nederlanders in die leeftijdscategorie.
De onderzoekers hebben ook gekeken naar het aantal slachtoffers van huiselijk geweld. Dat ging in de periode van april 2023 tot april 2024 om 1,3 miljoen Nederlanders. Bij huiselijk geweld is gekeken naar psychisch en fysiek geweld in huiselijke kring.
6 procent (870.000 mensen) was slachtoffer van psychisch geweld, waarbij het gaat om pesten, vernederen, intimideren of bedreigen. Ruim 530.000 mensen (4 procent) kregen te maken met fysiek huiselijk geweld, zoals dreigen met geweld of (poging tot) verwondingen.
Huiselijk geweld wordt het vaakst gepleegd door (ex-)partners. Bij psychisch geweld wordt ook vaak een ouder genoemd. Mannen plegen vaker huiselijk geweld dan vrouwen. Ook hier zijn non-binaire of genderqueer personen relatief vaak slachtoffer (26 procent). Dat geldt ook voor bi+-vrouwen (17 procent).
Slachtoffers van huiselijk geweld ondervonden ook vaak problemen als gevolg van wat ze hadden meegemaakt. Ook bij hen kwamen psychische problemen het meest voor: 47 procent bij psychisch geweld en een derde bij fysiek geweld.
5 procent van de mensen die huiselijk geweld vermoedt of ervaart, doet melding bij de politie. Maar 0,5 procent doet aangifte.