Onbegrijpelijk dat het woord ‘radicaal’ alleen in gebruik is voor rechtse partijen.
In ‘kwaliteitskranten’ wordt volop gewaarschuwd voor het gevaar van radicaal-rechts. Voor links lijken andere regels te gelden. Het is naïef om te denken dat alleen rechtse partijen schade kunnen toebrengen aan de democratie, schrijft Afshin Ellian.
Horen jullie de voetstappen van het fascisme niet? Deze waarschuwing kregen we te horen van de progressieven die in 2024 de verkiezingen verloren. En radicaal-links? De Franse president Emmanuel Macron nam in 2024 wellicht de grootste gok van zijn politieke leven om het parlement te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Het pakte voor hem en voor Frankrijk desastreus uit. Kleis Jager schreef in zijn realistische artikel over de winnaar van de Franse verkiezingen dat de linkse agitator Jean-Luc Mélenchon mikt op chaos.
Het linkse establishment in de media gebruikt het woord ‘radicaal’ alleen voor (uiterst) rechtse partijen. EW Magazine kwalificeerde Jean-Luc Mélenchon (72) terecht als de leider van links-radicalen. Mélenchons NFP bestaat uit een gelegenheidscoalitie van socialisten, groenen, communisten en het radicale La France insoumise. Mélenchon had en heeft enorme bewondering voor linkse despoten als Lenin, Castro en Chávez.
Nederlandse ‘kwaliteitskranten’ zien de werkelijkheid voortdurend over het hoofd. Geerten Waling interviewde afgelopen jaar de Canadese oud-politicus, intellectueel en journalist Michael Ignatieff over actuele vraagstukken. Ook ik had een paar jaar geleden een uitvoerig gesprek met Ignatieff. Hij is een zachte liberaal, zoekend naar de balans tussen politiek handelen en zijn eigen idealen. Ligt het probleem van de liberale democratie aan de flanken van uiterst-links en -rechts? Ignatieffs antwoord is leerzaam, ook voor Frans Timmermans:
Dat is eigenlijk een andere manier om te zeggen dat het probleem juist in het politieke midden ligt. Voor mijn progressieve vrienden hier in Nederland zal dit voelen als een schok, maar ik heb geen probleem met Geert Wilders. En ook niet met Marine Le Pen in Frankrijk of met de partij AfD in Duitsland. Mits, en dat is heel belangrijk, ze de Grondwet respecteren. Je hoeft niet dol te zijn op hun partijprogramma of hun retoriek, maar ze hebben het recht om te zeggen wat ze zeggen. Zolang ze de spelregels van het democratische spel maar volgen. Die zijn niet abstract, maar juist heel duidelijk. Je mag geen geweld gebruiken om je politieke doelen te bereiken en je moet accepteren dat je verkiezingen ook kunt verliezen.
Het probleem ligt dus in het politieke midden. Dat was precies het onderwerp van ons gesprek bij het Cleveringadiner. Toen stelde ik hem de volgende vraag: kun je in naam van alle mensen in Canada een ongelimiteerde uitnodiging sturen naar heel Afrika en het Midden-Oosten? Het antwoord was en is nee. Zodra je het vreemdelingenrecht beperkt, kom je inhumaan en harteloos over. En dus benadrukte Ignatieff, om misverstanden te voorkomen, en ik zal dat hier nogmaals onderstrepen, dat hij nul komma nul heeft met PVV, Le Pen en AfD.
In het interview vatte Ignatieff de grondige wijziging van het vreemdelingenrecht en de effecten daarvan samen in een indringend voorbeeld. Op een gegeven moment moet de staat een lieve familie vanuit Rotterdam naar Zimbabwe uitzetten, omdat de familie geen recht heeft op verblijf in Nederland: ‘De menselijke kant daarvan is verschrikkelijk. Maar het kan niet anders. De legitimiteit van de rechtsstaat hangt ervan af. Immigratie is alleen mogelijk als mensen weten dat de nieuwkomers legaal zijn en een bestaan als Nederlands burger kunnen opbouwen.’
Wij zijn niet naïef. Sommige partijen van uiterst-links en -rechts kunnen schade toebrengen aan de democratische rechtsstaat. Maar de vraag is of het establishment daarmee gerechtigd is om telkens van fascisme te spreken. Een paar recente voorbeelden uit de fascisme-trommel:
‘Fascisme is terug van nooit weggeweest,’ schreef Willem Schinkel op 24 november 2024. Diezelfde Willem Schinkel vond eerder in Trouw de coronarellen juist ‘een hoopvol teken: vooral jongeren pikken het niet meer. Eindelijk wordt de macht uitgedaagd.’ Eigenlijk vindt hij het niet erg als de democratische rechtsorde in gevaar komt door complotliefhebbers. Willem had in de negentiende eeuw moeten leven. Dan was hij geen dorpsgek geweest, maar een links-anarchistische beroemdheid.
Zo kunnen we doorgaan met het opsommen van lachwekkende voorbeelden van goedkoop en vooral partijdig geklets over de rechtsstaat. Het is te hopen dat de gevestigde linkse media zich in 2025 buigen over de aanpak van de echte problemen, en minder de komst van de nieuwe Benito Mussolini profeteren. Wat altijd voor de Rooms-Katholieke Kerk heeft gegolden, geldt ook voor de democratie: complexio oppositorum, oftewel een complex van tegenstellingen.
In ‘kwaliteitskranten’ wordt volop gewaarschuwd voor het gevaar van radicaal-rechts. Voor links lijken andere regels te gelden. Het is naïef om te denken dat alleen rechtse partijen schade kunnen toebrengen aan de democratie, schrijft Afshin Ellian.
Horen jullie de voetstappen van het fascisme niet? Deze waarschuwing kregen we te horen van de progressieven die in 2024 de verkiezingen verloren. En radicaal-links? De Franse president Emmanuel Macron nam in 2024 wellicht de grootste gok van zijn politieke leven om het parlement te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Het pakte voor hem en voor Frankrijk desastreus uit. Kleis Jager schreef in zijn realistische artikel over de winnaar van de Franse verkiezingen dat de linkse agitator Jean-Luc Mélenchon mikt op chaos.
Het linkse establishment in de media gebruikt het woord ‘radicaal’ alleen voor (uiterst) rechtse partijen. EW Magazine kwalificeerde Jean-Luc Mélenchon (72) terecht als de leider van links-radicalen. Mélenchons NFP bestaat uit een gelegenheidscoalitie van socialisten, groenen, communisten en het radicale La France insoumise. Mélenchon had en heeft enorme bewondering voor linkse despoten als Lenin, Castro en Chávez.
Nederlandse ‘kwaliteitskranten’ zien de werkelijkheid voortdurend over het hoofd. Geerten Waling interviewde afgelopen jaar de Canadese oud-politicus, intellectueel en journalist Michael Ignatieff over actuele vraagstukken. Ook ik had een paar jaar geleden een uitvoerig gesprek met Ignatieff. Hij is een zachte liberaal, zoekend naar de balans tussen politiek handelen en zijn eigen idealen. Ligt het probleem van de liberale democratie aan de flanken van uiterst-links en -rechts? Ignatieffs antwoord is leerzaam, ook voor Frans Timmermans:
Dat is eigenlijk een andere manier om te zeggen dat het probleem juist in het politieke midden ligt. Voor mijn progressieve vrienden hier in Nederland zal dit voelen als een schok, maar ik heb geen probleem met Geert Wilders. En ook niet met Marine Le Pen in Frankrijk of met de partij AfD in Duitsland. Mits, en dat is heel belangrijk, ze de Grondwet respecteren. Je hoeft niet dol te zijn op hun partijprogramma of hun retoriek, maar ze hebben het recht om te zeggen wat ze zeggen. Zolang ze de spelregels van het democratische spel maar volgen. Die zijn niet abstract, maar juist heel duidelijk. Je mag geen geweld gebruiken om je politieke doelen te bereiken en je moet accepteren dat je verkiezingen ook kunt verliezen.
Het probleem ligt dus in het politieke midden. Dat was precies het onderwerp van ons gesprek bij het Cleveringadiner. Toen stelde ik hem de volgende vraag: kun je in naam van alle mensen in Canada een ongelimiteerde uitnodiging sturen naar heel Afrika en het Midden-Oosten? Het antwoord was en is nee. Zodra je het vreemdelingenrecht beperkt, kom je inhumaan en harteloos over. En dus benadrukte Ignatieff, om misverstanden te voorkomen, en ik zal dat hier nogmaals onderstrepen, dat hij nul komma nul heeft met PVV, Le Pen en AfD.
In het interview vatte Ignatieff de grondige wijziging van het vreemdelingenrecht en de effecten daarvan samen in een indringend voorbeeld. Op een gegeven moment moet de staat een lieve familie vanuit Rotterdam naar Zimbabwe uitzetten, omdat de familie geen recht heeft op verblijf in Nederland: ‘De menselijke kant daarvan is verschrikkelijk. Maar het kan niet anders. De legitimiteit van de rechtsstaat hangt ervan af. Immigratie is alleen mogelijk als mensen weten dat de nieuwkomers legaal zijn en een bestaan als Nederlands burger kunnen opbouwen.’
Wij zijn niet naïef. Sommige partijen van uiterst-links en -rechts kunnen schade toebrengen aan de democratische rechtsstaat. Maar de vraag is of het establishment daarmee gerechtigd is om telkens van fascisme te spreken. Een paar recente voorbeelden uit de fascisme-trommel:
‘Fascisme is terug van nooit weggeweest,’ schreef Willem Schinkel op 24 november 2024. Diezelfde Willem Schinkel vond eerder in Trouw de coronarellen juist ‘een hoopvol teken: vooral jongeren pikken het niet meer. Eindelijk wordt de macht uitgedaagd.’ Eigenlijk vindt hij het niet erg als de democratische rechtsorde in gevaar komt door complotliefhebbers. Willem had in de negentiende eeuw moeten leven. Dan was hij geen dorpsgek geweest, maar een links-anarchistische beroemdheid.
Zo kunnen we doorgaan met het opsommen van lachwekkende voorbeelden van goedkoop en vooral partijdig geklets over de rechtsstaat. Het is te hopen dat de gevestigde linkse media zich in 2025 buigen over de aanpak van de echte problemen, en minder de komst van de nieuwe Benito Mussolini profeteren. Wat altijd voor de Rooms-Katholieke Kerk heeft gegolden, geldt ook voor de democratie: complexio oppositorum, oftewel een complex van tegenstellingen.
Onbegrijpelijk dat het woord ‘radicaal’ alleen in gebruik is voor rechtse partijen.
In ‘kwaliteitskranten’ wordt volop gewaarschuwd voor het gevaar van radicaal-rechts. Voor links lijken andere regels te gelden. Het is naïef om te denken dat alleen rechtse partijen schade kunnen toebrengen aan de democratie, schrijft Afshin Ellian.
Horen jullie de voetstappen van het fascisme niet? Deze waarschuwing kregen we te horen van de progressieven die in 2024 de verkiezingen verloren. En radicaal-links? De Franse president Emmanuel Macron nam in 2024 wellicht de grootste gok van zijn politieke leven om het parlement te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Het pakte voor hem en voor Frankrijk desastreus uit. Kleis Jager schreef in zijn realistische artikel over de winnaar van de Franse verkiezingen dat de linkse agitator Jean-Luc Mélenchon mikt op chaos.
Het linkse establishment in de media gebruikt het woord ‘radicaal’ alleen voor (uiterst) rechtse partijen. EW Magazine kwalificeerde Jean-Luc Mélenchon (72) terecht als de leider van links-radicalen. Mélenchons NFP bestaat uit een gelegenheidscoalitie van socialisten, groenen, communisten en het radicale La France insoumise. Mélenchon had en heeft enorme bewondering voor linkse despoten als Lenin, Castro en Chávez.
Nederlandse ‘kwaliteitskranten’ zien de werkelijkheid voortdurend over het hoofd. Geerten Waling interviewde afgelopen jaar de Canadese oud-politicus, intellectueel en journalist Michael Ignatieff over actuele vraagstukken. Ook ik had een paar jaar geleden een uitvoerig gesprek met Ignatieff. Hij is een zachte liberaal, zoekend naar de balans tussen politiek handelen en zijn eigen idealen. Ligt het probleem van de liberale democratie aan de flanken van uiterst-links en -rechts? Ignatieffs antwoord is leerzaam, ook voor Frans Timmermans:
Dat is eigenlijk een andere manier om te zeggen dat het probleem juist in het politieke midden ligt. Voor mijn progressieve vrienden hier in Nederland zal dit voelen als een schok, maar ik heb geen probleem met Geert Wilders. En ook niet met Marine Le Pen in Frankrijk of met de partij AfD in Duitsland. Mits, en dat is heel belangrijk, ze de Grondwet respecteren. Je hoeft niet dol te zijn op hun partijprogramma of hun retoriek, maar ze hebben het recht om te zeggen wat ze zeggen. Zolang ze de spelregels van het democratische spel maar volgen. Die zijn niet abstract, maar juist heel duidelijk. Je mag geen geweld gebruiken om je politieke doelen te bereiken en je moet accepteren dat je verkiezingen ook kunt verliezen.
Het probleem ligt dus in het politieke midden. Dat was precies het onderwerp van ons gesprek bij het Cleveringadiner. Toen stelde ik hem de volgende vraag: kun je in naam van alle mensen in Canada een ongelimiteerde uitnodiging sturen naar heel Afrika en het Midden-Oosten? Het antwoord was en is nee. Zodra je het vreemdelingenrecht beperkt, kom je inhumaan en harteloos over. En dus benadrukte Ignatieff, om misverstanden te voorkomen, en ik zal dat hier nogmaals onderstrepen, dat hij nul komma nul heeft met PVV, Le Pen en AfD.
In het interview vatte Ignatieff de grondige wijziging van het vreemdelingenrecht en de effecten daarvan samen in een indringend voorbeeld. Op een gegeven moment moet de staat een lieve familie vanuit Rotterdam naar Zimbabwe uitzetten, omdat de familie geen recht heeft op verblijf in Nederland: ‘De menselijke kant daarvan is verschrikkelijk. Maar het kan niet anders. De legitimiteit van de rechtsstaat hangt ervan af. Immigratie is alleen mogelijk als mensen weten dat de nieuwkomers legaal zijn en een bestaan als Nederlands burger kunnen opbouwen.’
Wij zijn niet naïef. Sommige partijen van uiterst-links en -rechts kunnen schade toebrengen aan de democratische rechtsstaat. Maar de vraag is of het establishment daarmee gerechtigd is om telkens van fascisme te spreken. Een paar recente voorbeelden uit de fascisme-trommel:
‘Fascisme is terug van nooit weggeweest,’ schreef Willem Schinkel op 24 november 2024. Diezelfde Willem Schinkel vond eerder in Trouw de coronarellen juist ‘een hoopvol teken: vooral jongeren pikken het niet meer. Eindelijk wordt de macht uitgedaagd.’ Eigenlijk vindt hij het niet erg als de democratische rechtsorde in gevaar komt door complotliefhebbers. Willem had in de negentiende eeuw moeten leven. Dan was hij geen dorpsgek geweest, maar een links-anarchistische beroemdheid.
Zo kunnen we doorgaan met het opsommen van lachwekkende voorbeelden van goedkoop en vooral partijdig geklets over de rechtsstaat. Het is te hopen dat de gevestigde linkse media zich in 2025 buigen over de aanpak van de echte problemen, en minder de komst van de nieuwe Benito Mussolini profeteren. Wat altijd voor de Rooms-Katholieke Kerk heeft gegolden, geldt ook voor de democratie: complexio oppositorum, oftewel een complex van tegenstellingen.
·252 x bekeken